Regeling van de verticale luchtstroom (handmatig)
Luchtfilter
Het luchtfilter achter het inlaatrooster moet voor een optimale
werking minstens elke 2 weken (of zo nodig) worden
gecontroleerd en gereinigd.
Het luchtfilter verwijderen
1. Houd de sleuf onder het voorpaneel vast. Trek het
voorpaneel naar buiten omhoog en verwijder het.
2. Knijp in de greep onder het luchtfilter en maak het luchtfilter
gebogen. Verwijder het vervolgens vanaf de onderkant in
opwaartse richting uit de sleuf.
3. Reinig het filter met warm zeepwater. De temperatuur van
het water moet lager zijn dan 40 °C om vervorming van het
filter te voorkomen.
4. Spoel het filter af en schud voorzichtig het overtollige water
eruit. Laat het filter drogen voordat u het terugplaatst. Laat het niet drogen in direct zonlicht
om vervorming te voorkomen.
Afvoer
U kunt afhankelijk van uw airconditioner kiezen uit drie methoden voor het afvoeren van het
condenswater.
Tijdens het koelen of verwarmen kunt u de afvoer via de onderkant van de airconditioner laten
plaatsvinden. Voer hiervoor de volgende stappen uit:
1. Verwijder de rubberen stop uit de onderkant van de kast en
bevestig hem op het afvoergat aan de achterkant (de stop
wordt meegeleverd met sommige modellen). Het monteren
van het afvoerreservoir volstaat wanneer uw airconditioner
geen rubberen stop en geen afvoergat aan de achterkant
heeft.
2. Haal het afvoerreservoir en de schroeven (die zijn
meegeleverd met uw airconditioner) uit hun verpakking.
3. Monteer met de schroeven het afvoerreservoir aan de
onderkant van de airconditioner.
4. Sluit de afvoerslang aan op de afvoeraansluiting aan de zijkant van het afvoerreservoir.
U kunt de afvoerslang of andere slangen zelf kopen voor uw specifieke behoeften (de
afvoerslang wordt niet meegeleverd).
Tip:
houd bij het installeren van het afvoerreservoir de afvoeraansluiting van het
afvoerreservoir naar beneden gericht voor het gemakkelijk afvoeren van het
condenswater.
Opmerking:
het heeft weinig effect op de koelefficiëntie wanneer u ervoor kiest om de het
condenswater via de onderkant van de airconditioner af te voeren.
13
U kunt de verticale luchtstroomrichting aanpassen door de
horizontale lamellen aan te passen. Zorg ervoor dat wanneer u de
horizontale lamellen naar boven of beneden aanpast, de bovenste
of onderste lamellen altijd horizontaal blijven. Dit kan effectief
voorkomen dat waterdruppels condenseren op het voorpaneel van
de airconditioner.
AFVOERAANSLUITING
OPVANGRESERVOIR
SCHROEF
RUBBEREN
STOP