GEBRUIKSAANWIJZING
(vervolg)
Weergegeven storingsmelding:
E0: EEPROM-fout (binnen);
E1: Communicatiefout (binnen en buiten de muur);
E3: Ventilatormotor (binnen de muur) -- Oncontroleerbare ventilatorsnelheid;
E4: Sensorfout kamertemperatuur;
E5: Sensorfout condensator-temperatuur
EC: Lekkage van koelmiddel gedetecteerd;
F0: Overbelastingsbeveiliging
F1: Sensorfout buitentemperatuur;
F2: Sensorfout condensator-temperatuur;
F3: Sensorfout uitlaattemperatuur;
F4: Elektrische EE-fout (buiten de muur);
P0: IPM-modulefout;
P1: Bescherming tegen onder-/overspanning;
P2: Bescherming van IPM tegen hoge temperaturen;
P3: Bescherming tegen te lage buitentemperatuur (voor koel- en verwamingsmodellen);
P4: Bescherming van de compressorlocatie;
P7: IGBT-sensorfout (buiten de muur).
Opmerking:
schakel de airconditioner uit wanneer een van de bovenstaande storingen
optreedt en controleer vervolgens of er iets is geblokkeerd. Schakel de
airconditioner opnieuw in. Als het probleem aanhoudt, schakel dan het apparaat
uit en haal de stekker uit het stopcontact. Neem voor onderhoud contact op
met de fabrikant, zijn vertegenwoordiger(s) of personen met vergelijkbare
kwalificaties.
Andere functies:
Automatische-herstartfunctie (op sommige modellen)
De airconditioner onthoudt de laatste instellingen in het geval van een stroomonderbreking.
Deze instellingen worden herstelt wanneer de stroom terugkomt en het apparaat opnieuw wordt
ingeschakeld.
Wacht 3 minuten voordat u het apparaat opnieuw in werking stelt
Nadat het apparaat is uitgeschakeld kan het de eerste 3 minuten niet in werking worden
gesteld.
Dit is ter bescherming van het apparaat. De werking wordt na 3 minuten automatisch gestart.
Turbofunctie
Druk op de afstandsbediening op TURBO in de modus COOL/HEAT (alleen voor modellen met
elektrische verwarming) voor krachtig koelen/verwarmen. Druk nogmaals op TURBO om de
functie te deactiveren.
Gebruik de airconditioner NOOIT zonder
luchtfilter! Stof- en vuildeeltjes kunnen bijdragen
aan storing in de apparatuur.
LET OP
12