NL
Strijkadviezen
•
Controleer vóór het strijken of het te strijken textiel voorzien is van een etiket met
strijkaanwijzingen en volg deze op. Als geen etiket voorhanden is, regelt u de strijk-
temperatuur aan de hand van de textielsoort. De aanbevolen temperatuur- en stoo-
minstellingen zijn:
Etiket
Synthetische stoffen (bijv. nylon, viscose),
zijde, fl uweel
Wol
Katoen
Linnen
Niet geschikt om te strijken
•
Stel de temperatuur bij gemengd weefsel in volgens de gevoeligste gebruikte vezel.
•
Sorteer het textiel volgens de strijktemperatuur en begin met de stukken die op de
laagste temperatuur moeten worden gestreken. Als u de temperatuur aan het ap-
paraat vermindert, dient u, voordat u doorgaat met strijken, even te wachten tot de
strijkzool is afgekoeld.
•
Strijk gevoelig textiel binnenstebuiten.
Gebruik
Voor het stoomstrijken of sproeien moet de watertank (13) met water worden gevuld. Bij
het droogstrijken komt dit te vervallen.
Watertank bijvullen
LET OP!
■
Vul niet te veel water in de watertank!
■
Vul geen additieven in de watertank. Deze kunnen het apparaat beschadigen.
1. Waarborg dat het apparaat niet op het stroomnet is aangesloten en niet heet is.
2. Klap de watertankafsluiting (3) open.
3. Vul de watertank (13) met ongeveer 2 maatbekers leidingwater.
4. Klap de watertankafsluiting (3) goed dicht. Hij moet hoorbaar vastklikken.
42
Materiaal
Tempera-
Stoom
tuur
tot •
Geen stoom
••
•••
Stoom
•••