WAARSCHUWING!
BELANGRIJK
BELANGRIJK
Alle verwijzingen naar de standen van bedieningselementen,
BELANGRIJK
BELANGRIJK
verwijzen naar de in hoofdstuk
5.2 WAAROM DE VEILIGHEIDSINRICHTINGEN WORDEN GEACTIVEERD
De veiligheidsinrichtingen werken op twee manieren:
-- - door het starten van de motor te verhinderen wanneer niet alle veiligheidsvoorwaarden
vervuld zijn;
-- - door de motor uit te schakelen wanneer zelfs maar één van de veiligheidsvoorwaarden
niet vervuld is.
c) De motor mag alleen worden gestart onder de volgende voorwaarden:
-- - de versnellingshendel staat op ''neutraal'';
-- - het mes is ontkoppeld;
-- - de bestuurder zit neer of de parkeerrem staat aan.
d) De motor stopt wanneer:
-- - de bestuurder zijn stoel verlaat wanneer het mes is ingeschakeld;
-- - de bestuurder zijn stoel verlaat bij ingeschakelde versnelling;
-- - de grasvanger wordt opgetild zonder het mes te ontkoppelen;
-- - het mes wordt ingeschakeld zonder geïnstalleerde grasvanger;
-- - de parkeerrem wordt aangezet zonder het mes te ontkoppelen;
-- - de versnellingsverandering wordt geactiveerd (☛ 4.4) bij ingeschakelde parkeerrem.
5.3 VOORBEREIDSELEN ALVORENS HET WERK AAN TE VATTEN
Deze controles garanderen dat het werk optimale resultaten oplevert en in alle veiligheid
wordt uitgevoerd.
5.3.1 Stoelverstelling
Verstel de stoel door hem te verschuiven in de beugelgroeven.
1
1
Page 84 de 181
Deze machine mag niet worden gebruikt op
Deze machine mag niet worden gebruikt op
Deze machine mag niet worden gebruikt op
Deze machine mag niet worden gebruikt op
hellingen van meer dan 10° (17%) (
hellingen van meer dan 10° (17%) (☛ ☛ ☛ ☛ 5.5).
hellingen van meer dan 10° (17%) (
hellingen van meer dan 10° (17%) (
4 beschreven bedieningselementen. . . .
1. Draai de vier schroeven los (1);
2. Eenmaal de juiste stand gevonden, draait u de vier
schroeven weer stevig aan (1).
5.5).
5.5).
5.5).