4.8 GASHENDEL
Regelt het toerental van de motor. De standen worden aangegeven op het plaatje met
de volgende symbolen:
«CHOKE» (indien aanwezig) = koude start
«FAST» voor maximummotortoerental
«SLOW» voor minimummotortoerental
-- - De stand «CHOKE» (indien aanwezig) verrijkt het mengsel en mag uitsluitend worden
gebruikt gedurende de tijd die nodig is om koud te starten.
-- - Om te rijden zonder te maaien, zet u de hendel ergens tussen «SLOW» en «FAST».
-- - Bij het maaien zet u de hendel in de stand «FAST».
Manuele start
4.9 REPETEERSTARTERHENDEL
Om de motor te starten, pakt u de repeteerstarterhendel beet en geeft u er een krachtige ruk
aan.
Laat de hendel vervolgens voorzichtig terugkeren in zijn uitgangspositie.
Page 81 de 181
4.12