In stoel/rolstoel (19 stappen)
LET OP
Gebruik in een stoel/rolstoel GEEN Hammock
tilband voor amputaties. Pas die toe in bed.
1. Plaats de lift dicht bij het bed.
2. Zet de rolstoel op de rem.
3. Controleer of de baleinen, indien van toepassing,
volledig in de houders zijn gestoken.
4. Ga voor de cliënt staan en laat hem/haar naar voren
leunen. De cliënt kan daarbij de armsteunen van de
stoel gebruiken.
5. Plaats de tilband over de rug en het hoofd van de cliënt
met de binnenzijde van de tilband tegen de cliënt aan.
Het tilbandetiket bevindt zich aan de buitenzijde. Als
de tilband niet past, moet u een grotere maat kiezen.
6. Zorg ervoor dat de middenlijn is uitgelijnd met de
ruggengraat en het stuitbeen van de cliënt.
7. Duw het uiteinde van de tilband onder het stuitbeen of
tegen de zitting aan. Gebruik zo nodig een glijlaken/
glijrol van ArjoHuntleigh om de tilband onder de
cliënt te plaatsen. Zie de gebruiksaanwijzing van het
betreffende glijlaken/de betreffende glijrol.
8. Laat de cliënt weer naar achteren leunen.
9. Plaats de beenstraps onder de benen van de cliënt.
Zorg ervoor dat de beenstraps niet gedraaid zijn.
Gebruik een glijlaken/glijrol van ArjoHuntleigh
wanneer u de beenstraps plaatst, om huidletsel te
voorkomen. Zorg ervoor dat de beenstraps helemaal
rondom zijn geplaatst. Zie de gebruiksaanwijzing van
het betreffende glijlaken/de betreffende glijrol.
(Zie Afb. 10 )
10. Kruis de beenlussen. Trek de ene lus door de andere.
(Zie Afb. 8 )
11. Zorg ervoor dat:
•
de tilband gecentreerd is en vlak ligt zonder vouwen;
•
de hoofdsteun van de tilband de nek-/hoofdzone
bedekt;
•
de binnenzijde van de tilband tegen het lichaam
van de cliënt rust; en
•
de tilbanddelen onder de cliënt niet gedraaid zitten.
12. Verzeker u ervan dat het tiljuk in een zittende stand
staat en plaats de lift voor de cliënt met de liftpoten
helemaal open.
13. Zet de lift op de rem.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de armen van de cliënt zich
binnen de tilband bevinden, om letsel te
voorkomen.
Afb. 10
14. Verzeker u ervan dat de armen van de cliënt zich
binnen de tilband bevinden.
WAARSCHUWING
Wanneer u het tiljuk laat zakken of instelt,
dient u goed op te letten om letsel bij de cliënt
te voorkomen.
15. Bevestig de tilband. Stel het tiljuk zo nodig beter af.
WAARSCHUWING
Verzeker u ervan dat straps niet verstrikt raken
in de rolstoel of de wielen van de lift.
16. Houd het tiljuk in de gaten en til de cliënt iets op om
spanning in de tilband te creëren.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de cliënt valt, moet u
erop letten dat de lusbevestigingen vóór en
tijdens de tilhandeling goed vastzitten.
17. Zorg ervoor dat:
•
alle lussen goed vastzitten;
•
alle straps recht (niet gedraaid) zitten;
•
de cliënt comfortabel in de tilband ligt.
18. Moet er nog iets bijgesteld worden, laat de cliënt dan
zakken en zorg dat het gewicht van de cliënt volledig
wordt ondersteund door het onderliggende oppervlak
voor u de lussen verwijdert.
19. Verplaats en vervoer de cliënt overeenkomstig de
gebruiksaanwijzing van de lift.
Op de vloer (35 stappen)
1. Beoordeel de lichamelijke toestand van de cliënt.
Gebruik de tilband niet als de cliënt een hoofd-,
nek-, rug- of heupletsel heeft (volg de plaatselijke
procedure).
2. Leg een kussen onder het hoofd van de cliënt.
(Zie Afb. 11 )
3. Zorg ervoor dat de cliënt op een plaats ligt die
toegankelijk is voor de lift. Gebruik zo nodig
een glijlaken/glijrol van ArjoHuntleigh. Zie de
gebruiksaanwijzing van het betreffende glijlaken/de
betreffende glijrol.
4. Controleer of de baleinen, indien van toepassing,
volledig in de houders zijn gestoken.
5. Is de cliënt in staat om te zitten? Zo ja, ga naar
de volgende stap. Zo nee, ga naar stap 9.
Ga naar de volgende pagina voor het vervolg.
Afb. 11
79
NL