De tilband aanbrengen
In bed (22 stappen)
1. Plaats de lift dicht bij het bed.
2. Zet het bed op de rem en stel de hoogte van het bed in
op een ergonomische hoogte, indien mogelijk.
3. Zet het bed in een zittende stand, indien mogelijk,
zodat de cliënt makkelijker kan ademen en de tilband
makkelijker kan worden bevestigd.
4. Controleer of de baleinen, indien van toepassing,
volledig in de houders zijn gestoken.
5. Vouw de tilband in de lengte langs de middenlijn, met
de buitenkant naar buiten gericht. Het tilbandetiket
bevindt zich aan de buitenzijde.
WAARSCHUWING
Om letsel te voorkomen, moet er nog een
zorgverlener aanwezig zijn en/of moet u de
zijrails aan de tegenoverliggende kant van het
bed gebruiken.
6. Rol de cliënt op de zij (gebruik daarvoor een ter
plaatse gebruikelijke techniek). Als rollen niet
mogelijk is, gebruik dan een glijlaken/glijrol van
ArjoHuntleigh om de tilband te plaatsen. Zie de
gebruiksaanwijzing van het betreffende glijlaken / de
betreffende glijrol.
7. Plaats de gevouwen tilband over de zij van de cliënt.
Zorg ervoor dat de middenlijn is uitgelijnd met de
ruggengraat van de cliënt, te beginnen bij het stuitbeen.
Trek de beenstraps in de richting van de benen.
NL
8. Vouw het bovenste deel van de tilband terug en duw
het onder het lichaam van de cliënt. (Zie Afb. 6 )
9. Draai de cliënt via de omrolmethode op de andere zij.
10. Trek het resterende deel van de tilband onder het
lichaam van de cliënt uit.
11. Leg de cliënt terug op zijn/haar rug.
12. Plaats de beenstraps onder de benen van de cliënt.
Gebruik een glijlaken/glijrol van ArjoHuntleigh
wanneer u de beenstraps onder de benen plaatst, om
huidletsel te voorkomen. Zorg ervoor dat de beenstraps
helemaal rondom zijn geplaatst en niet gedraaid
zijn. Zie de gebruiksaanwijzing van het betreffende
glijlaken / de betreffende glijrol.
13. Zorg ervoor dat: (Zie Afb. 7 )
•
de tilband gecentreerd is en vlak ligt zonder
vouwen;
•
de hoofdsteun van de tilband de nek-/hoofdzone
bedekt;
•
de tilbanddelen onder de cliënt niet gedraaid zitten.
Afb. 6
14. Kruis de beenlussen. Trek de ene lus door de andere
(Zie Afb. 8 )
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de armen van de cliënt zich
binnen de tilband bevinden, om letsel te
voorkomen.
15. Verzeker u ervan dat de armen van de cliënt zich
binnen de tilband bevinden.
16. Plaats het tiljuk van de lift boven de cliënt en zet de
remmen van de lift vast.
WAARSCHUWING
Wanneer u het tiljuk laat zakken of instelt,
dient u goed op te letten om letsel bij de cliënt
te voorkomen.
17. Bevestig de tilband.
18. Til de cliënt iets op om spanning in de tilband te
creëren. (Zie Afb. 9 )
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de cliënt valt, moet u
erop letten dat de tilbandbevestigingen vóór
en tijdens de tilhandeling goed vastzitten.
19. Zorg ervoor dat:
•
•
•
20. Moet er nog iets bijgesteld worden, laat de cliënt dan
zakken en zorg dat het gewicht van de cliënt volledig
wordt ondersteund door het onderliggende oppervlak
voor u de lussen verwijdert.
21. Ontgrendel de remmen op de lift.
22. Breng de cliënt naar de gewenste plaats van
bestemming overeenkomstig de gebruiksaanwijzing
van de lift. Verplaats de cliënt slechts over korte
afstanden, bv. enkele meters. Gebruik anders een
rolstoel, stretcher of bed.
Afb. 7
Afb. 8
78
alle lussen goed vastzitten;
alle straps recht (niet gedraaid) zitten;
de cliënt comfortabel in de tilband ligt.
Afb. 9