Télécharger Imprimer la page

Güde KS 400 E Mode D'emploi page 41

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 19
Starten van de zaag
1.
Zorg er voor dat de rem van de zaagketting losgemaakt is. Zolang de kettingrem geactiveerd is, kan de motor niet gestart
worden. De kettingrem wordt door terugtrekken van de kettingremhendel (1) in de richting van de motor losgemaakt.
AANWIJZING: Let er op dat u betreffende verlengkabels het juiste type en soort verlengkabels gebruikt (3 x
2
1,5 mm
H07 RNF)
2.
De lus voor de opname van de verlengkabel is in de handgreep met de schakelaar ingebouwd en moet voorkomen dat de
kabel door de handgreep uitgerukt kan worden. Om van deze mogelijkheid gebruik te maken, buig eenvoudig de
verlengkabel ca. 30 cm voor het einde dubbel en plaats deze in de handgreep. De door de kabelverdubbeling ontstane lus is
in te haken. Trek licht aan de kabel om u er van te overtuigen dat de kabel in de opnamelus van de handgreep vastzit. De
netkabel van de zaag aan de verlengkabel aansluiten.
3.
De zaag met beide handen bedienen (DE KETTINGREM LOSMAKEN). Uw duimen en vingers moeten beide handgrepen
omsluiten.
4.
Houd met de rechter duim de veiligheidsschakelaar (3) ingedrukt en bedien tegelijk de aan/uit-schakelaar (4) aan de
hoofdhandgreep (5). Voor het stoppen van de zaag moet de schakelaar (4) losgelaten worden.
5.
OPMERKING: Het is niet nodig de veiligheidsschakelaar (3) ingedrukt te houden, zodra u de schakelaar (4) hebt bediend en
de motor draait. De veiligheidsschakelaar (3) is een veiligheidsinrichting voor het vermijden van een ongewenst starten.
Uitschakelen van de motor
De motor van de zaag wordt bij loslaten van de schakelaar (4) automatisch gestopt. Als de motor weer moet aanlopen, moeten de
veiligheidsschakelaar (3) en de schakelaar (4) opnieuw bediend worden.
Kettingrem / handbescherming
De kettingzaag is met een kettingrem / een handbescherming uitgerust die in enige milliseconden de lopende zaagketting afremt
en het terugslaggevaar verminderd. De terugslag is een snelle beweging van de zaagbalk naar achteren, bij een toevallig raken
van een voorwerp door de zaagketting aan het balkeinde of bij inklemmen van de balk in een insnijding.
De handbescherming (1) beschermt eventueel de linker hand in het geval dat deze van de handgreep afglijdt.
De kettingrem is een veiligheidsonderdeel dat actief wordt wanneer op de afdekking wordt gedrukt of wanneer de bedienende
persoon tijdens een terugslag met de hand op de hendel slaat. Bij de activering van de kettingrem wordt de beweging van de
zaagketting onmiddellijk gestopt. De kettingrem dient ongevallen tijdens een terugslag te verminderen. De kettingrem kan echter
geen volledige veiligheid garanderen zodat het wenselijk is het apparaat met voorzichtigheid te bedienen.
OPMERKING: De motor start niet zolang de rem in de rempositie is.
LET OP: De kettingrem moet bij normaal gebruik niet voor het starten of stoppen van de zaag gebruikt
worden.
WAARSCHUWING: Indien de zaagketting en de motor, na het inschakelen van de kettingrem, niet tot
stilstand komt, laat de zaag dan in de éérstvolgende reparatieplaats in orde brengen. Zet de kettingzaag
niet aan, indien de kettingrem niet juist functioneert.
Werkaanwijzing
Terugslag van de zaag
Bij het op maat zagen moet de klauwaanslag aan het te zagen hout geplaatst worden (zie afb. 4).
Voor ieder op maat zagen de klauwaanslag vast aanzetten, eerst dan met de lopende zaagketting in het hout zagen.
De zaag wordt daarbij aan de achterste greep naar boven getrokken en aan de voorste handgreep geleid.
De klauwaanslag dient als draaipunt. Het aanzetten wordt met een lichte druk op de voorste handgreep uitgevoerd. De zaag
daarbij iets terugtrekken. De klauwaanslag dieper aanzetten en opnieuw de achterste greep omhoog trekken (zie afb. 5).
Inkeep- en langssneden mogen slechts door speciaal geschoolde personen uitgevoerd worden. (verhoogd gevaar van
terugslag; zie afb. 6).
Langssneden in een mogelijk vlakke hoek aanzetten. Hier moet bijzonders voorzichtig te werk gegaan worden omdat de
klauwaanslag niet gebruikt kan worden.
De elektrische kettingzaag kan bij het zagen door de bovenzijde van de rail in de richting van de bedienende persoon
gestoten worden, indien de zaagketting ingeklemd wordt. Daarom moet naar mogelijkheid met de onderzijde van de rail
gezaagd worden omdat de zaag dan van het lichaam af, in de richting van het hout, getrokken wordt (zie afb. 7 en 8).
Bij het verwijderen van takken moet de elektrische kettingzaag, indien mogelijk, door de stam ondersteund worden. Hierbij
mag niet met de railpunt gezaagd worden (terugslaggevaar, zie afb. 6).
Op naderende rollende boomstammen letten.
Terugslag!
Een terugslag van de kettingzaag kan ontstaan, indien de railpunt (speciaal het bovenste kwart) onbedoeld
hout of andere vaste voorwerpen raakt. De elektrische zaag wordt daarbij ongecontroleerd en met hoge
energie in de richting van de zaagbediener geslingerd (letselgevaar!!).
Afb. 6
U vermijdt zaagongevallen, indien u niet met de railpunt zaagt; de zaag kan bliksemsnel omhoog slaan. Bij
werkzaamheden met de zaag volledige beschermende uitrusting dragen.
Zet het te bewerken werkstuk vast. Gebruik spaninrichtingen om het werkstuk vast te houden. Het maakt een veilige
bediening van het apparaat met beide handen mogelijk.
Let op:
De kettingzaag dient direct vóór het contact met het hout al te lopen! Inschakelen (afbeelding 1): Veiligheidsschakelaar (3) en
aan/uit-schakelaar (4) indrukken. De onderste klauw (12) tegen het hout aanzetten. De kettingzaag aan de hoofdhandgreep (5)
naar boven trekken en in het hout inzagen. De kettingzaag iets terugzetten en de klauwaanslag (12) dieper aanzetten. Voorzichtig
bij het zagen van gesplitst materiaal. Er kunnen houtstukken meegetrokken worden.
Uitschakelen: Aan/uit-schakelaar loslaten. Netstekker uitnemen.
41
NL

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

94095