NEDERLANDS
Externe inschakelvertraging (toebehoren)
Bij gebruik van de ESV/1-module moet de interne inschakel-
vertraging worden uitgeschakeld, de micro-schakelaar op de
AD-printplaat moet op "AUS" (uit) worden gezet.
Inbouw achteraf van droogloopbeveiliging
(toebehoren)
Alle besturingen met de toevoeging "TLS" zijn al standaard uit-
gerust met een droogloopbescherming.
Bij explosieveilige installaties moeten een droogloopbeveili-
ging aanwezig zijn, welke met een toebehorenpakket kan wor-
den omgebouwd. Een vlotterschakelaar (KT-T) wordt daarbij
via de meegeleverde veiligheidsbarrière ± 24V op de besturing
aangesloten.
ONDERHOUD
De besturing is onderhoudsvrij. De persluchtklokken moeten
aan de hand van de kwaliteit van het afvalwater op gezette
tijden worden gecontroleerd en eventuele afzetting moeten
worden verwijderd! Vervolgens moet de juiste instelling van de
nalooptijd door het observeren van het pompproces in de au-
tomatische stand worden gecontroleerd.
De vertragingstijd is correct als de dynamische stuwdrukklok-
ken volledig uit het afvalwater zijn gekomen en de pomp zich-
zelf uitschakelt alvorens hij lucht trekt. Afwijkingen door een
vakman laten corrigeren.
Een eventueel aanwezige 9V-batterij voor een van het elektri-
citeitsnetwerk onafhankelijk netwerk moet regelmatig worden
gecontroleerd. Daartoe moet de besturing spanningsloos wor-
den gemaakt en een alarmmelding geactiveerd (bijv. motorbe-
veiligingsschakelaar activeren). Toonhoogte en geluidssterkte
van de zoemer mogen een aantal minuten lang niet wezenlijk
veranderen, anders de accu vervangen. Accu' s die ouder zijn
dan vijf jaar, moeten uit voorzorg worden vervangen.
Periodieke controle van de
droogloopbescherming
De droogloopbescherming is een belangrijke veiligheidsvoor-
ziening voor de explosiebescherming en moet ten minste een-
maal per jaar worden getest op een goede werking en in com-
merciële installaties tweemaal per jaar:
De pomp met de moduskeuzeschakelaar van de besturing in de
stand "Handbediening" zetten. Bij dubbele systemen moet de
test met beide pompen na elkaar worden uitgevoerd.
Op het afvoerwaterpeil in de pomp schacht letten.
Correct is ... wanneer de pomp wordt uitgeschakeld voordat hij
"lucht trekt" - er mogen geen slurpende geluiden te horen zijn.
Bij het uitschakelen moet het ringhuis (onderste deel van de
pomp met de waaier) zich nog volledig onder water bevinden.
In de besturing moet "Wassermangel" (Watertekort) worden
weergegeven.
Vervolgens de moduskeuzeschakelaar weer in de stand "Auto-
matik" zetten.
Niet juist is ... als de pomp pas wordt uitgeschakeld nadat hij
al is begonnen met lucht te trekken of als er helemaal geen
uitschakeling plaatsvindt. In dit geval moet een specialist in
explosiebescherming de storingsoorzaak onmiddellijk gaan
zoeken en opheffen!
26