Alde Compact 3010 Notice D'emploi Et Manuel D'installation page 22

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 39
ELEKTRISCHE VERWAR-
MINGSELEMENTEN
Alle Compact 3010 zijn uitgerust met
twee 230 V verwarmingselementen van
2100 alt. 3150 watt maximaal vermogen,
afhankelijk van het model. Het vermogen
van het verwarmingselement kan worden
ingesteld op het bedieningspaneel.
Controleer altijd of de ingaande zekering
naar het voertuig de juiste ampèrewaarde
heeft in verhouding tot het gekozen ver-
mogen.
1050 W vermogen vergt een 6 amp. zeke-
ring.
2100 W vermogen vergt een 10 amp.
zekering.
3150 W vermogen vergt een 16 amp.
zekering.
DE CIRCULATIEPOMP
Om de verwarmde glycolvloeistof te
laten circuleren door het verwarmings-
systeem, is een circulatiepomp nodig. Er
zijn drie typen circulatiepompen. In het
expansievat kan een 12V-circulatiepomp
gemonteerd zijn, op de verwarmingsketel
kan een 230V- of een 12V-circulatiepomp
gemonteerd zijn. Als er meer dan één
circulatiepomp geïnstalleerd is, kunt u een
circulatiepomp kiezen op het bedienings-
paneel.
De regeling van de circulatiepomp (het
in- en uitschakelen) vindt plaats via de
kamerthermostaat op het bedieningspa-
neel, afhankelijk van de verwarmingsbe-
hoefte.
SYSTEEMTEMPERATUUR
De systeemtemperatuur van de ketel is
ingesteld op max. 80°C, d.w.z. het gra-
denaantal dat de antivriesvloeistof heeft
wanneer het door het verwarmingssys-
teem circuleert.
LUCHTCIRCULATIE
Om het principe van een op waterbasis
werkende verwarming optimaal te benut-
ten is van belang dat de lucht vrij onder de
bedbanken, en achter de rugkussens en
wandkasten kan passeren. Indien in het
voertuig kamerbreed tapijt wordt gelegd,
dient men ervoor te zorgen dat de lucht-
toevoer naar de convectors niet wordt
belemmerd.
Ook is het van belang dat kussens en
dekens de luchtcirculatie achter de rug-
kussens en wandkasten niet belemmeren.
Luchtstroom
Convectoren
22
ONDERHOUD VAN DE VER-
WARMINGSINSTALLATIE
Kamperen tijdens de winter
De gasketel mag niet worden gestart
voordat de schoorsteen helemaal vrij is
van sneeuw. Voor een dakschoorsteen is
een schoorsteenverlenging (art.nr. 3000
320) verkrijgbaar, die wordt aanbevolen
tijdens kamperen in de winter.
Gassysteem
Laat het gassysteem regelmatig controle-
ren door een erkende installateur, om te
waarborgen dat koppelingen en slangen
niet lekken.
Gasslangen dienen om de twee jaar te
worden vervangen, aangezien ze dan
uitdrogen en scheuren, met eventuele lek-
kage als gevolg.
Ter bevordering van de veiligheid wordt
aanbevolen om vlak voorbij de smoorklep
een Alde lekkagetester type 4071 te mon-
teren.
Lekkage tester type 4071
Verwarmingssysteem
Het vloeistofniveau van het verwarmings-
systeem in het expansievat moet regelma-
tig worden gecontroleerd. Dit niveau moet
bij een koude ketel ca. 1 cm boven de
min-streep liggen.
Het verwarmingssysteem moet worden
gevuld met een vloeistofmengsel van
water en antivries. Gebruik bij voorkeur
een kant-en-klaar antivriesmengsel
(glycol) van hoge kwaliteit (met inhi-
bitoren) geschikt voor een aluminium
verwarmingssysteem. Indien van een
geconcentreerd antivriesmengsel gebruik
wordt gemaakt, moet het mengsel uit 60%
water en 40% antivries bestaan. Indien de
verwarmingsinstallatie wordt blootgesteld
aan temperaturen lager dan -25° moet het
antivriesgehalte worden verhoogd, maar
nooit hoger dan 50%.
Het reservoir waar het vloeistofmengsel in
wordt voorbereid moet goed schoon zijn
en de leidingen van het verwarmingssys-
teem dienen vrij van verontreinigingen te
zijn. Dit om bacteriegroei in het systeem
te voorkomen.
Het antivriesmengsel dient om de twee
jaar te worden vervangen, aangezien
bijv. de corrosiebescherming na twee jaar
aanzienlijk verslechterd.
Het antivriesgehalte dient te worden
gecontroleerd voordat er eventueel wordt
bijgevuld. Dit moet worden gedaan om
een te hoge concentratie antivries in het
vloeistofmengsel te voorkomen.
Indien het vloeistofniveau in het expansie-
vaatje om een andere reden dan normale
verdamping terugloopt, controleer dan
alle koppelingen, de aftapklep en de ont-
luchtingsnippels op lekkage. Indien zich
lekkage van antivries heeft voorgedaan,
goed spoelen met water en daarna afdro-
gen.
Laat het verwarmingssysteem nooit
zonder antivriesvloeistof staan.
BIJVULLEN VAN ANTIVRIES
N.B. Het reservoir waar het vloeistof-
mengsel in wordt voorbereid moet goed
schoon zijn en de leidingen van het ver-
warmingssysteem dienen vrij van veront-
reinigingen te zijn. Dit om bacteriegroei in
het systeem te voorkomen.
Het systeem moet worden bijgevuld in het
expansievaatje. Het zij handmatig of met
behulp van de Alde bijvulpomp, waarmee
het systeem zowel wordt bijgevuld als
ontlucht. Indien het systeem handmatig
wordt bijgevuld moet eerst de moer van
de circulatiepomp (R) worden losgedraaid
en daarna moet de pomp (S) uit het vaatje
worden genomen. Giet het antivriesmeng-
sel langzaamaan in het vaatje.
Ontlucht het systeem. Meer vloeistof bij-
vullen indien het niveau na het ontluchten
is gezakt. In geval van een pas gevuld
systeem, moet het systeem gedurende
de eerste dagen dat de verwarming wordt
gebruikt met regelmatige tussentijden
herhaalde malen worden ontlucht.
S
R

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières