6.5 Spanningsvoorziening bewaken
Alleen bij de varianten Professional+ 7,4 / 22 (PnC).
Het apparaat wordt door een fasevolgordemeetrelais
bewaakt. Het bewaakt de drie fasen (L1, L2, L3) en de
nulgeleider (N) van de spanningsvoorziening op correcte
fasevolgorde, fase-uitval resp. onderspanning.
Bedrijfsstatusweergave
Drie fasen, rechtsdraaiveld:
L3 X
L2 X
f Gebruik van de klemmen L1, L2, L3, N, PE.
L1 X
f Instelling relais potentiometer op 3.
SOR74
1
3
9
De groene led brandt.
N X
X 16
15 18
Drie fasen, linksdraaiveld:
L3 X
L2 X
f Gebruik van de klemmen L1, L2, L3, N, PE.
L1 X
f Instelling relais potentiometer op 3.
SOR74
1
3
De groene led knippert.
9
N X
X 16
15 18
Eén fase:
L3 X
L2 X
f Gebruik van de klemmen L1, N, PE.
L1 X
f Instelling relais potentiometer op 1.
SOR74
1
3
9
De groene led brandt.
N X
X 16
15 18
De evaluatie van het relais potentiometer vindt slechts
een keer plaats na het aanleggen van de spanningsvoor-
ziening.
28
6.6 Apparaat controleren
Controle conform 60364-6 en de geldende nationale
voorschriften (bijv. DIN VDE 0100-600 in Duitsland)
Voer bij de eerste inbedrijfstelling een controle van het
apparaat conform IEC 60364-6 alsook de overeenkom-
stige geldende nationale voorschriften (bijv. DIN VDE
0100-600 in Duitsland) door. De controle kan worden
uitgevoerd in combinatie met het MENNEKES-testbox en
een testapparaat voor gestandaardiseerde testen. Het
MENNEKES-testbox simuleert daarbij de voertuigcom-
municatie. Testboxen zijn bij MENNEKES als toebehoren
verkrijgbaar.
f Voor de goedkeuring van het apparaat een controle
conform norm uitvoeren.
Gebruikshandleiding van het testbox.
6.7 Apparaat sluiten
T
T
LET OP
Beschadiging van het apparaat door beknelde onder-
delen of kabels
Rakken onderdelen of kabels bij het sluiten van het
apparaat bekneld, kunnen er beschadigingen en defecten
ontstaan.
f Zorg ervoor dat bij het sluiten van het apparaat geen
onderdelen of kabels bekneld komen te zitten.
f Indien nodig onderdelen of kabels vastzetten.