opnAME-bAsIsInstELLIngEn
In- / uItsChAkELEn VAn dE hErkEnnIng
VAn hEt obJECtIEftypE
Door de 6-bit codering in de bajonet (1.11) van actuele
Leica M-objectieven kan de Leica M Monochrom
met zijn sensor in de bajonet (1.10) het geplaatste
objectieftype herkennen.
– Deze informatie wordt o.a. voor het optimaliseren
van de beeldgegevens gebruikt. Zo wordt de
randverduistering, die bijv. bij groothoekobjectieven
en grote diafragma-openingen bijzonder opvallend
kan zijn, in de beeldgegevens gecompenseerd.
– Ook de regeling van de flitsbelichting en de
flitsreflector gebruikt de objectiefgegevens (zie
„Geschikte flitsapparaten", p. 130).
– Bovendien wordt de informatie die deze 6-bit codering
levert naar het EXIF-bestand van de opnamen
geschreven. Bij de beeldgegevens van de
weergave (zie pag 141) is bovendien de objectief-
brandpuntsafstand (3.3.7 b, zie p. 96) aangegeven.
opmerking:
Bij het gebruik van objectieven zonder 6-bit codering
moet de herkenningsfunctie ter vermijding van foutieve
functies worden uitgeschakeld of moet het gebruikte
objectieftype handmatig worden opgegeven (zie p.
114).
114
InstELLEn VAn dE optIE
1. Kies in het hoofdmenu (zie p. 97/110)
Detection
(4.1.1) en
2. in het bijbehorende submenu de gewenste variant:
–
of
Off
–
als er een gecodeerd objectief
Auto
is geplaatst, of
–
als er een niet-gecodeerd objectief
Manual
is geplaatst.
hAndMAtIg InVoErEn VAn hEt obJECtIEf-
typE / dE brAndpuntsAfstAnd
Oudere Leica M-objectieven worden wegens het
ontbreken van de codering niet door de camerabody
herkend, maar de „identificatie" kan via het menu
plaatsvinden.
3. Selecteer in de lijst van het submenu
-
INFO
objectief dat u gebruikt.
• O p het LCD-scherm (1.32) verschijnt een
objectieflijst die voor een ondubbelzinnige
identificatie ook de betreffende artikelnummers
vermeldt
Aanwijzingen:
• H et artikelnummer is bij vele objectieven aan de
Lens
andere kant van de scherptediepteschaal gegraveerd.
• D e lijst vermeldt objectieven die zonder codering
verkrijgbaar waren (ca. voor juni 2006). Objectieven
van een latere introductiedatum zijn uitsluitend
gecodeerd verkrijgbaar en kunnen daarom niet
handmatig worden geselecteerd.
• B ij gebruik van de Leica Tri-Elmar-M 1:4/16-18-
21mm ASPH. wordt de ingestelde brandpuntsafstand
niet aan de camerabody overgedragen en daarom
ook niet in de EXIF-gegevensrecord van de opnamen
vermeld. U kunt de brandpuntsafstand echter naar
wens handmatig opgeven.
• D e Leica Tri-Elmar-M 1:4/28-35-50mm ASPH. bezit
daarentegen de voor de inspiegeling van de geschikte
lichtkaders in de zoeker noodzakelijke mechanische
overbrenging van de ingestelde brandpuntsafstand
het
Manual
naar de camera, die door de elektronica van de
camera wordt afgetast en voor de correctie van
deze brandpuntsafstand wordt gebruikt. Wegens
gebrek aan ruimte staat in het menu alleen een
artikelnummer - 11 625. U kunt vanzelfsprekend
ook de beide andere varianten – 11 890 en 11 894
– gebruiken - de in het menu ingestelde waarden
gelden hiervoor net zo.