Opname-Basisinstellingen; Detectie Objectieftype - Leica M Monochrom Notice D'utilisation

NL

OPNAME-BASISINSTELLINGEN

DETECTIE OBJECTIEFTYPE

De 6-bit codering in de bajonet van de huidige Leica M-objectieven
stelt de camera in staat met de sensor in zijn bajonet het
geplaatste objectieftype te herkennen.
– Deze informatie wordt o.a. voor het optimaliseren van de
beeldgegevens gebruikt. Bijvoorbeeld wordt de randverduiste-
ring, die bijv. bij groothoekobjectieven en grote diafragmaope-
ningen bijzonder opvallend kan zijn, in de beeldgegevens
gecompenseerd.
– Ook de regeling van de flitsbelichting en de flitsreflector maakt
gebruik van de objectiefgegevens (zie „Geschikte flitsappara-
ten", pag. 184).
– Bovendien wordt de informatie die deze 6-bit codering oplevert
in de EXIF-gegevens van de opnamen weggeschreven. In de
uitgebreide beeldgegevens zal de brandpuntafstand van het
objectief bovendien worden weergegeven (zie pag. 234).
Instellen van de functie
1. Selecteer in het hoofdmenu (zie pag. 150/240)
(pagina 1, sectie
Detection
2. in het bijbehorende submenu de gewenste variant:
– , of
Off
– , als een gecodeerd objectief is geplaatst, of
Automatic
– , als een niet-gecodeerd objectief is geplaatst.
Manual
158
Lens
), en
CAMERA
Aanwijzing:
Bij het gebruik van objectieven zonder 6-bit codering moet de
herkenningsfunctie ter vermijding van storingen worden uitgescha-
keld, of moet het gebruikte objectieftype handmatig worden
ingevoerd (zie pag. 158).
Handmatig ingeven van het objectieftype / de brandpunts-
afstand
Vroegere Leica M-objectieven worden bij gebrek aan identificatie
niet herkend door de camera. U kunt de "identificatie" echter via
het menu invoeren.
Hetzelfde geldt voor Leica R-objectieven die m.b.v. de Leica
R-adapter M op de camera kunnen worden gebruikt (voor meer
details verwijzen wij u naar de instructies van de adapter).
3. Selecteer in de lijst van het submenu
u gebruikt.
• Op de monitor verschijnt een lijst met objectieven waarin
voor ondubbelzinnige identificatie ook de betreffende
artikelnummers staan vermeld. De camera kan detecteren
of er een M-objectief is bevestigd, of een Leica R-objectief
d.m.v. de adapter. Bijgevolg zal de lijst ofwel M-, of
R-objectieven bevatten.
Aanwijzingen:
• Het artikelnummer is bij vele objectieven aan de andere kant van
de scherptediepteschaal gegraveerd.
• De lijst vermeldt objectieven die zonder codering verkrijgbaar
waren (ca. voor juni 2006). Objectieven van een latere
introductiedatum zijn uitsluitend gecodeerd verkrijgbaar en
kunnen daarom niet handmatig worden geselecteerd.
het objectief dat
Manual