OPNAME-BASISINSTELLINGEN
NL
DETECTIE OBJECTIEFTYPE
De 6-bit codering in de bajonet van de huidige Leica M-objectieven
stelt de camera in staat met de sensor in zijn bajonet het ge-
plaatste objectieftype te herkennen.
– Deze informatie wordt o.a. voor het optimaliseren van de beeld-
gegevens gebruikt. Bijvoorbeeld wordt de randverduistering, die
bijv. bij groothoekobjectieven en grote diafragmaopeningen
bijzonder opvallend kan zijn, in de beeldgegevens gecompen-
seerd.
– Ook de regeling van de flitsbelichting en de flitsreflector maakt
gebruik van de objectiefgegevens (zie 'Geschikte flitsapparaten',
pagina 182).
– Bovendien wordt de informatie die deze 6-bit codering oplevert
in de EXIF-gegevens van de opnamen weggeschreven. In de
uitgebreide beeldgegevens zal de brandpuntsafstand van het
objectief bovendien worden weergegeven.
De functie instellen
1. Menupunt
Lens Detection
2. in het submenu de gewenste variant:
–
, of
OFF
–
, als een gecodeerd Leica M-objectief is geplaatst, of
Auto
–
/
Manual M
Manual R
is geplaatst / een Leica R-objectief met behulp van de Leica
R-adapter M op de camera kunnen worden gebruikt (als
accessoire leverbaar, voor meer details verwijzen wij u naar
de instructies van de adapter).
150
kiezen, en
, als een ongecodeerd Leica M-objectief
Aanwijzingen:
• Bij het plaatsen van een gecodeerd Leica M-objectief schakelt
de camera automatisch om naar
een ander objectief is ingevoerd.
Manual M
• Bij gebruik van Leica R-objectieven schakelt de camera automa-
tisch om naar
, ook als vooraf
Manual R
• Bij gebruik van Leica M-objectieven zonder codering moet
ten behoeve van vermijding van storingen niet worden gebruikt;
dat wil zeggen: in die situaties moet altijd het gebruikte objec-
tieftype handmatig worden ingevoerd.
Handmatig ingeven van het objectieftype / de brandpunts-
afstand
Vroegere Leica M-objectieven worden bij gebrek aan codering niet
herkend door de camera. U kunt ze echter wel via het menu invoe-
ren.
Hetzelfde geldt voor Leica R-objectieven.
3. In het submenu
/
Manual M
• 0p de monitor verschijnt de bijbehorende lijst met objectie-
ven waarin voor ondubbelzinnige identificatie ook de betref-
fende artikelnummers staan vermeld. De camera kan detec-
teren of er een M-objectief is bevestigd, of een Leica
R-objectief d.m.v. de adapter. Bijgevolg zal de lijst ofwel M-,
of R-objectieven bevatten.
4. Kies in de betreffende lijst het objectief dat u gebruikt.
, ook als vooraf in
Auto
is ingevoerd.
Auto
kiezen, en
Manual R
Auto