hAndMAtIgE InstELLIng VAn dE
bELIChtIng
Wanneer u de belichting volledig handmatig wilt
instellen, moet de tijd-instelknop (1.17) op een van
de ingegraveerde sluitertijden of tussenwaarden zijn
ingeklikt.
Vervolgens
1. de belichtingsmeter inschakelen en
2. door draaien van de tijd-instelknop en/of diafragma-
instelring van het objectief (1.14) – telkens in de
richting van de oplichtende driehoekige LED – alleen
de ronde LED laten branden.
Behalve de voor een goede belichting benodigde
draairichting van tijd-instelknop en diafragma-instelring
geven de drie LED's van de lichtschaal op de volgende
wijze onder- en overbelichting evenals de juiste
belichting aan:
Onderbelichting van minstens één diafragmatrap;
draaien naar rechts nodig
•
Onderbelichting van
/
diafragmastop; naar
1
2
rechts draaien nodig
•
Juiste belichting
•
Onderbelichting van
/
diafragmastop; naar links
1
2
draaien nodig
•
Overbelichting van minstens één diafragmatrap;
draaien naar links nodig
128
opmerking:
Bij langere sluitertijden dan 2s wordt na het ontspannen
in de weergave de resterende belichtingstijd in
seconden teruggeteld.
dE b-InstELLIng / t-funCtIE
Met de
B
-instelling, waarbij de sluiter zo lang geopend
blijft als de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden (tot
maximaal 240s).
In combinatie met de zelfontspanner is tevens een
T-functie beschikbaar: Als zowel
B
is ingesteld en ook
de zelfontspanner door aantippen van de ontspanner
is geactiveerd (zie hiervoor ook p. 153), zal de sluiter
na de gekozen voorlooptijd automatisch openen.
Deze blijft dan – zonder dat de ontspanner hoeft
te worden vastgehouden – zolang geopend tot de
ontspanner een tweede keer wordt aangetipt. Zo kan
de bewegingsonscherpte die door bediening van de
ontspanner evt. ontstaat ook bij langdurige opnamen
verregaand worden vermeden.
De belichtingsmeter blijft in beide gevallen
uitgeschakeld, na de ontspanning telt de digitale
cijferindicatie in de zoeker echter ter oriëntatie de
verlopen belichtingstijd in seconden mee.