Geluidssignaal voor het aangeven van de laserstraal
De positie van de laserstraal op het ontvangstveld 35 kan door
een geluidssignaal worden aangegeven.
U kunt kiezen uit de volgende geluidssignaalinstellingen:
– een geluidssignaal met hoge frequentie en twee beschikbare
geluidsvolumes,
– geluidssignalen met drie lage frequenties en één geluidsvolu-
me,
– geluidssignaal voor het aangeven van de laserstraal uitscha-
kelen.
– Druk voor het veranderen van het geluidsvolume of voor
het uitschakelen van het geluidssignaal op de geluidssignaal-
toets 34 tot het gewenste geluidsvolume in het display wordt
weergegeven. Bij een laag geluidsvolume verschijnt de ge-
luidssignaalindicatie h in het display met één streepje, bij
een hoog geluidsvolume met drie streepjes (alleen beschik-
baar bij de hoogste frequentie). Nadat het geluidssignaal uit-
geschakeld is, verdwijnt de indicatie. Als u de geluidssignaal-
toets indrukt, klinkt eerst een kort signaal ter bevestiging en
vervolgens een kort tweede signaal met het gekozen volume.
Onafhankelijk van het gekozen volume van het signaal klinkt ter
bevestiging een kort signaal met een laag volume en de ingestel-
de frequentie, telkens wanneer u een toets op het meetgereed-
schap indrukt.
– Houd voor het veranderen van de frequentie de geluidssig-
naaltoets 34 ingedrukt en druk vervolgens kort op de
aan/uit-toets 42. Ter bevestiging klinkt telkens een kort ge-
luidssignaal met de gekozen frequentie.
De instelling van het geluidssignaal blijft bewaard bij het uit- en
inschakelen van het meetgereedschap.
Tips voor de werkzaamheden
Veiligheidsfunctie Strobe Shield
Het meetgereedschap heeft een elektronisch filter voor fel zon-
licht. De filter voorkomt bijv. storingen door zwaailichten van
graafmachines. Het werkt alleen als de sensor 37 van de be-
schermingsfunctie schoon en niet afgedekt is.
Markeren
Bij de middenmarkering 40 rechts en links op het meetgereed-
schap kunt u de hoogte van de laserstraal markeren als deze
door het midden van het ontvangstveld 35 loopt. De midden-
markering bevindt zich 50,8 mm van de bovenkant van het
meetgereedschap.
Let erop dat u het meetgereedschap bij het markeren nauwkeu-
rig verticaal (bij horizontale laserstraal) resp. horizontaal (bij
verticale laserstraal) richt, omdat anders de markeringen tegen
opzichte van de laserstraal verplaatst zijn.
Bevestigen met houder (zie afbeelding C)
U kunt het meetgereedschap met de houder 48 op een laserver-
schil-liniaal 50 (toebehoren) of op andere hulpmiddelen met
een breedte van maximaal 65 mm bevestigen.
– Schroef de houder 48 met de bevestigingsschroef 51 in de
opname 47 aan de achterzijde van het meetgereedschap
vast.
– Draai de vastzetschroef 49 los, duw de houder bijvoorbeeld
op de laserverschil-liniaal 50 en draai de vastzetschroef 49
weer vast.
800.561.8187
2 609 141 178 • 2.4.14
TM
www.
– Met de libel 52 kunt u de houder 48 horizontaal afstellen.
Scheef aanbrengen van het meetgereedschap leidt tot fou-
tieve metingen.
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
– Houd het meetgereedschap altijd schoon.
– Bij ernstige vervuiling kunt u het meetgereedschap onder
stromend water reinigen. Dompel het meetgereedschap
echter niet in het water en stel het niet bloot aan een hoge-
drukwaterstraal.
– Verwijder vuil met een vochtige, zachte doek. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen.
Klantenservice en gebruiksadviezen
Vermeld bij vragen en bestellingen van vervangingsonderdelen
altijd het uit tien cijfers bestaande zaaknummer volgens het
typeplaatje van het meetgereedschap.
Nederland
Tel.: (076) 579 54 54
Fax: (076) 579 54 94
E-mail: gereedschappen@nl.bosch.com
België
Tel.: (02) 588 0589
Fax: (02) 588 0595
E-mail: outillage.gereedschap@be.bosch.com
Afvalverwijdering
Meetgereedschappen, toebehoren en verpakkingen dienen op
een voor het milieu verantwoorde manier te worden herge-
bruikt.
Gooi meetgereedschappen, accu's en batterijen niet bij het
huisvuil.
Alleen voor landen van de EU:
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU
moeten niet meer bruikbare meetgereed-
schappen en volgens de Europese richtlijn
2006/66/EG moeten defecte of lege accu's
en batterijen apart worden ingezameld en op
een voor het milieu verantwoorde wijze wor-
den hergebruikt.
Wijzigingen voorbehouden.
information@itm.co
.com
Nederlands | 121