3 Toepassingen
De LTR-104 beschikt over 4 gescheiden audiokanalen die
onafhankelijk van elkaar de volgende mogelijkheden bieden:
1. DC-isolatie tussen een signaalbron (bv. een instrument,
microfoon, computer etc.) en het volgende toestel (bv. een
versterker, mengpaneel, effectapparaat etc.).
2. Reductie van interferenties (bv. brom) in lange signaallij-
nen door vermindering van de uitgangsimpedantie van de
signaalbron.
3. Reductie van interferenties in lange signaallijnen via een
gebalanceerde signaaloverdracht.
4. Geen aardlussen door massascheiding tussen de in- en
uitgang.
5. Bij een verkeerde fase van het signaal zal de fase met 180°
omgekeerd worden.
6. Omschakeling van XLR- naar 6,3 mm-jack en omgekeerd.
7. Omschakeling van gebalanceerd naar ongebalanceerd en
omgekeerd.
4 Werking
De volgende bedieningsprocedure geldt voor één kanaal en is
identiek voor de andere kanalen.
1) Schakel alle toestellen uit alvorens ze met de LTR-104 te
verbinden.
2) Verbind de signaalbron (instrument, microfoon, computer
etc.) via één van de 6,3 mm-jacks (1 of 8) of de XLR-jack
(9) met de ingang IN. Bij gebruik van de ingang (1) vooraan
worden de ingangen (8 en 9) aan de achterzijde uitge-
schakeld. Bij gebruik van de ingang (8) aan de achterzijde
wordt de XLR-ingang (9) uitgeschakeld.
De aansluiting tussen de signaalbron en matchbox moet
zo kort mogelijk zijn om interferenties te reduceren.
3) Verbind één van de volgende toestellen (bv. versterker,
mengpaneel, effectapparaat etc.) via één van de 6,3 mm-
jacks (5 of 7) of via de XLR-jack (6) met de uitgang OUT. Bij
gebruik van de uitgang (5) vooraan worden de uitgangen
(6 en 7) aan de achterzijde uitgeschakeld. Bij gebruik van
de uitgang (7) aan de rugzijde wordt de XLR-uitgang (6)
uitgeschakeld.
4) Schakel alle aangesloten toestellen in. Bedien de schake-
laars (2–4) van de Matchbox bij een verminderd volume.
5) Is er brom hoorbaar, druk dan de GND- (4) en/of de
RATIO-schakelaar (2) in om de brom te onderdrukken
resp. te reduceren. De RATIO-schakelaar (2) moet altijd
ingedrukt zijn bij gebruik van lange lijnen (langer dan 2 m).
Hierdoor is de lijn aan de uitgang (5, 6 of 7) minder gevoe-
lig voor interferenties.
6) Mocht er een faseverdraaiing ontstaan tijdens de transmis-
sie van het complete signaal, dan kan dit gecompenseerd
NL
B
17