Hach pHD sc Analog Differential pH/ORP Sensors Manuel D'utilisation page 189

5.3 Vervang de zoutbrug
Differentiaalsensoren hebben een verwijderbare zoutbrug
Vervang de zoutbrug en het elektrolyt als de sensor gereinigd is maar
niet gekalibreerd kan worden. Raadpleeg de bij de zoutbrug
meegeleverde instructies.
Afbeelding 6 Zoutbrug
1 Zoutbrug
De sensor moet na onderhoudsprocedures altijd worden gekalibreerd.
Hoofdstuk 6 Problemen oplossen
6.1 Intermitterende gegevens
Tijdens de kalibratie worden geen gegevens naar de gegevenslog
gestuurd. De gegevenslog kan daarom gedeeltes hebben waarin de
gegevens intermitterend zijn.
6.2 Test de pH-sensor
Voorwaarden: Twee pH-buffers en een multimeter.
Voltooi eerst de onderhoudsprocedures in
een kalibratie mislukt.
1. Plaats de sensor in een pH 7 buffervloeistof en wacht totdat de
temperatuur van de sensor en de buffer de kamertemperatuur
hebben bereikt.
2. Koppel de rode, groene, gele en zwarte sensordraden van de
module los.
(Afbeelding
2 Differentiaalsensor
Onderhoud op pagina 188 als
3. Meet de weerstand tussen de gele en zwarte draden om de werking
van het temperatuurelement te controleren. De weerstand dient
6).
tussen de 250 en 350 ohm op ongeveer 25 ºC te zijn.
Sluit de gele en zwarte draden opnieuw op de module aan als het
temperatuurelement goed is.
4. Meet de DC mV met de multimetergeleiding (+) die op de rode draad
is aangesloten en de geleiding (–) die op de groene draad is
aangesloten. De waarde dient tussen de -50 en + 50 mV te zijn.
Reinig de sensor en ververs de zoutbrug en de standaard elektrolyt
als de waarde buiten deze limieten valt.
5. Spoel met de multimeter nog steeds op dezelfde wijze aangesloten
de sensor af met water en stop het in een buffervloeistof van pH 4 of
pH 10. Wacht totdat de temperatuur van de sensor en de buffer de
kamertemperatuur hebben bereikt.
6. Vergelijk de mV-waarde in de pH 4 of 10 buffer met de waarde in de
pH 7 buffer. De waarde dient met ongeveer 160mV te verschillen.
Bel de technische ondersteuning als het verschil minder dan 160 mV
is.
6.3 Test de ORP-sensor
Voorwaarden: 200 mV ORP buffer, multimeter.
Voltooi eerst de onderhoudsprocedures in
een kalibratie mislukt.
1. Plaats de sensor in een 200 mV buffer en wacht totdat de
temperatuur van de sensor en de vloeistof de kamertemperatuur
hebben bereikt.
2. Koppel de rode, groene, gele en zwarte sensordraden van de
module los.
3. Meet de weerstand tussen de gele en zwarte draden om de werking
van het temperatuurelement te controleren. De weerstand dient
tussen de 250 en 350 ohm op ongeveer 25 ºC te zijn.
Sluit de gele en zwarte draden opnieuw op de module aan als het
temperatuurelement goed is.
4. Meet de DC mV met de multimetergeleiding (+) die op de rode draad
is aangesloten en de geleiding (–) die op de groene draad is
aangesloten. De waarde dient tussen de 160 en 240 mV te zijn.
Onderhoud op pagina 188 als
Nederlands 189