Onderhoud
Zorg ervoor dat de snijuitrusting niet draait op stationair toerental.
Controleer de stopschakelaar. Zie
Controleer de beschermkap van de snijuitrusting op beschadigingen en scheu-
ren.
Zorg ervoor dat het zaagblad of grasmaaiblad correct is bevestigd. Zorg ervoor
dat het zaagblad of grasmaaiblad scherp en niet beschadigd is.
Controleer de steunflens op beschadigingen en scheuren. Vervang deze indien
beschadigd.
Controleer de trimmerkop op beschadigingen en scheuren. Vervang deze indien
beschadigd.
Controleer de hendel en handgreep op beschadiging en zorg ervoor dat zij cor-
rect zijn aangebracht.
Draai de borgschroef volledig vast voor snijuitrustingen met een steunkop.
Draai de borgmoer volledig vast voor snijuitrustingen met een borgmoer.
Controleer de transportbeveiliging op beschadiging en zorg ervoor dat hij correct
kan worden bevestigd.
Controleer de motor, de brandstoftank en de brandstofleidingen op lekkages.
Maak het luchtfilter schoon. Vervang deze indien beschadigd.
Draai moeren en bouten aan.
Controleer de starter en het startkoord op beschadigingen.
Controleer de trillingsdempers op beschadigingen en scheuren.
Controleer de bougie. Zie
Reinig het koelsysteem.
Reinig of vervang het vonkenscherm.
Reinig het externe oppervlak van de carburateur en het gebied er omheen.
Zorg ervoor dat de hoekoverbrenging voor ¾ gevuld is met vet.
Controleer het brandstoffilter op verontreiniging en de brandstofslang op scheu-
ren en andere defecten. Vervang indien nodig.
Controleer alle kabels en aansluitingen.
Controleer de koppeling, koppelingsveren en koppelingstrommel op slijtage. Ver-
vang deze indien nodig.
Vervang de bougie.
Reinig of vervang het vonkenscherm.
12
Smeer de aandrijfas.
11
Vervang de trillingsdemper na ieder seizoen of ten minste één keer per jaar.
12
Met een interval van 3 maanden.
88
Stopschakelaar controleren op pagina 73 .
Bougie controleren op pagina 92 .
Elke dag
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
11
Maande-
Wekelijks
lijks
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
1145 - 002 -