Druk op "OK" als de maaier naar eerste geheugenpunt beweegt. De maaier zal blijven
bewegen, als deze naar het tweede geheugenpunt verplaatst, druk dan op "OK", als de
maaier verplaatst naar het derde geheugenpunt, drukt u op "OK".
Nadat het instellen van het subgebied is voltooid, zet u de maaier uit, neemt u de maaier voor het
laadstation op de afrastering en tegenover het laadstation en stelt u vervolgens de tijd in. Zie (2)
Afspraak programmeren
Raadpleeg de bijgevoegde afbeeldingen voor Geheugenpunt 1, 2, 3 afzonderlijk.
Mededeling:
A) Het is beter het geheugenpunt in het midden van de lijn tussen twee hoeken in te stellen.
B) De beste positie van het geheugenpunt is op de afbakeningsdraad die doorheen het middelpunt
van een kleine zone gaat.
C) Om zeker te zijn dat de maaier traag beweegt, mag het max. hoogteverschil tussen elke twee
kleine zones niet meer dan 3 cm bedragen. De minimumafstand tussen twee afbakeningsdraden
moet meer dan 50 cm bedragen.
D) De onderzonefunctie dwingt de robotmaaier van te maaien van de ene onderzone naar de
andere, maar dit betekent niet dat de robotmaaier altijd binnen de onderzone zal maaien, er bestaat
een mogelijkheid dat deze naar de andere twee zones zal gaan.
E) Onder onderzonefunctie, als batterijspanning laag is en robotmaaier gaat automatisch terug naar
laadstation, na voltooiing van de oplading, zal de maaier zelf blijven maaien vanaf de plaats waar hij
is gestopt. Maar indien robotmaaier is gestopt wegens mechanisch probleem, nadat hij volledig is