ansen
T R A N S M I S S I O N S
Tabel 4
Tandwielkast
D
PT
grootte
±5
QH.J3 - QH.J4
80
M42 105
QH.K3 - QH.K4 80
M42 105
QH.L3 - QH.L4
80
M48 120
QH.M3- QH.M4 80
M48 120
5.6. SMERING NA INSTALLATIE
Na opstelling, uitlijning en bevestiging van de tandwielkast
moet deze gesmeerd worden. Alle instructies vermeld in hoofd-
stuk 6 "SMERING" moeten opgevolgd worden.
Indien een lange bedrijfsstilstand voorzien wordt alvorens de
n
tandwielkast op te starten, moeten de instructies vermeld in pa-
ragraaf 10.7 "LANGERE BEDRIJFSSTILSTAND" opgevolg worden.
6. SMERING
Smering is noodzakelijk om 4 redenen :
- voorkomen van metaal/metaal contact bij tandwielen en lagers
- verminderen van de wrijvingsverliezen
- afvoeren van de door tandwielen en lagers opgewekte warmte
- voorkomen van corrosie
Verschillende smeersystemen kunnen gebruikt worden, afhankelijk van
- de omtreksnelheid van de tandwielen
- de montagepositie van de tandwielkast
- de bedrijfsomstandigheden
In de HANSEN tandwielkasten worden volgende smeersystemen gebruikt:
- smering door indompeling in het oliebad
- pompsmering: - olie-omloopsmering
- druksmering
Eventueel kan een bijkomende koeling noodzakelijk zijn (zie KOELING)
6.1. SMERING DOOR INDOMPELING IN HET
OLIEBAD
Bij tandwielkasten met horizontale assen en met snelheden tussen 750 min
-1
en 1800 min
aan de sneldraaiende as, worden alle tandwielen en de
lagers van de langzaamdraaiende as standaard door indompeling in het
oliebad gesmeerd. De opspattende olie wordt opgevangen en via kanalen
naar de andere lagers verdeeld.
Voor andere snelheden; gelieve HANSEN te raadplegen.
6.2. POMPSMERING
Alle roterende elementen die zich boven het oliebad bevinden worden door
een pomp gesmeerd.
Er wordt ofwel een aangebouwde pomp gebruikt
(aangedreven door één van de assen van de tandwielkast) ofwel een motor-
pomp. De aangebouwde pompen zijn voorzien van een inwendig omkeer-
mechanisme, waardoor beide draairichtingen mogelijk zijn. Bij motor-
pompen is de draairichting steeds aangeduid.
Aangebouwde pompen geven reeds na enkele seconden hun volledig debiet.
Motorpompen moeten tenminste 1 min. vóór het
in werking stellen van de tandwielkast ingescha-
keld worden.
6.2.1. Omloopsmering
- Met aangebouwde pomp (fig. 4)
Het olie-omloopsmeersysteem met aangebouwde pomp bestaat uit :
- een pomp P
- een filter F met "by-pass" (standaard vanaf tandwielkast grootte G)
- een debietschakelaar Mf (standaard vanaf tandwielkast grootte G)
De debietschakelaar moet zo afgesteld zijn dat
de hoofdaandrijfmotor stopt wanneer het oliede-
!
biet onder een bepaalde veiligheidsgrens daalt.
®
NEDERLANDS
S 1 = S - S
D
PR
PT
3d
∆S
PR max
mm
inch
mm
inch
Q*
4.1
1,4 0.055 2 x 3
4.1
1,4 0.055 2 x 3
4.7
1,4 0.055 2 x 4
4.7
1,4 0.055 2 x 4
Q*: Aantal schotelveren
Toch raden wij aan om, ongewenste alarmsignalen te vermijden tijdens de
startperiode of bij onregelmatig oliedebiet, het alarm zo af te stellen dat het
signaal pas na 5 à 10 seconden in werking treedt.
- Met motorpomp
Het bedrijfshandboek i.v.m. de koel- en smeerinstallatie bevat gedetailleer-
de informatie over het olie-omloopsmeersysteem met motorpomp.
FIG. 4
F
A
DIN 2093
A 160
A 160
A 160
P
A 160
6.2.2. Druksmering
Het bedrijfshandboek i.v.m. de koel- en smeerinstallatie bevat gedetailleerde
informatie over het druksmeersysteem.
6.2.3. Aanbouwtoestellen en hun afstellingen
De maattekening, het bedrijfshandboek i.v.m. de koel- en smeerinstallatie
en/of de technische handleidingen over specifieke aanbouwtoestellen die
samen met dit document worden verstrekt, bevatten gedetailleerde informatie
over het smeersysteem, aanbouwtoestellen en instelwaarden.
De instelwaarden (settings) die op de maatteke-
ningen vermeld staan, werden door HANSEN in-
gesteld tijdens het proefdraaien en mogen niet
gewijzigd worden zonder onze schriftelijke toe-
stemming.
"Presettings" daarentegen zijn waarden die HANSEN voorlopig heeft inge-
steld. Zij mogen aangepast worden aan de bedrijfsomstandigheden.
6.3. KEUZE VAN DE OLIE
Tenzij anders aangegeven op het kenmerkplaatje (*) of in het speciale
technische bedrijfshandboek voor een specifieke tandwielkast (indien
bestaand), moet de olie worden geselecteerd uit de tabel met door de
respectievelijke merknaameigenaars aanbevolen minerale oliën en smeermid-
delen, op blz. 48.
(*): Bijvoorbeeld, indien synthetische olie ("synthetic oil") wordt voorgeschre-
ven.
-1
Uitsluitend oliën gebruiken waarvan type en vis-
cositeit beantwoorden aan de gegevens van de
kenmerkplaat.
De viscositeiten werden bepaald aan de hand van de bedrijfsvoorwaarden
vermeld bij de orderbevestiging.
Voor viscositeitseenheden equivalent aan ISO viscositeit klasse VG: zie tabel
van de smeermiddelen op blz. 48.
De leveranciers van de smeermiddelen zijn verantwoordelijk voor de keuze
en de samenstelling van hun producten.
Synthetische oliën mogen alleen gebruikt worden
mits schriftelijke toestemming van de HANSEN
Engineering-afdeling.
In dat geval mogen enkel de door HANSEN middels merk- en
produktnaam
worden.
Deze synthetische oliën zullen van het polyalpha-olefine type
zijn (SHF-type = Synthetic Hydrocarbon Fluid).
Om de lagerlevensduur te bestendigen is het sterk aanbevolen om olie met
een initiële oliereinheid van -/15/12 (of beter) volgens ISO 4406 te
gebruiken.
Raadpleeg de olieleverancier om deze oliekwaliteit te bekomen.
Behandel oliën en smeermiddelen met de nodige voorzorgen en
volgens
de
moeten
geleverd
smeermiddelen op verzoek van de klant. Deze voorschriften
moeten overhandigd worden aan het personeel dat de
installatie, onderhoud of herstelling van de tandwielkast
uitvoert.
ansen
Mf
gespecifieerde
synthetische
behandelings-
en
veiligheidsvoorschriften
worden
door
de
• •
•
•
oliën
gebruikt
die
leveranciers
van
39