ansen
T R A N S M I S S I O N S
5. INSTALLATIE
5.1. MONTAGE VAN TOEBEHOREN
De spiebanen in aseinden met metrische maten worden uitgevoerd volgens
DIN 6885 "Blatt 1 - Form N1 of N3".
De getapte gaten in deze assen zijn volgens DIN 332 Teil 2 Form D.
De montage van koppelingen op assen gebeurt met klempassing volgens de
specificaties. In geval van twijfel, HANSEN raadplegen.
Verwijder de bescherming van de aseinden en controleer de passing en de
hoogte van de spiebaan in het te monteren element.
Het volstaat het te monteren element op te warmen tot 80-100°C.
Maak eventueel gebruik van het getapt gat in de as als hulp bij montage.
Nooit monteren door middel van hamerslagen :
risico van lagerbeschadiging.
Geen starre koppeling aanwenden, behalve voor een niet gesteunde
machineas (bv. bij roerders of beluchters) of een opstelling met reactiestang.
5.2. UITWENDIGE BELASTINGEN
Ingeval de tandwielkast door uitwendige krachten wordt belast, dienen er
stootblokken tegen de voeten aangebracht te worden om verplaatsing te
voorkomen.
Componenten die radiale krachten overbrengen op de as dienen zo dicht
mogelijk tegen het huis gemonteerd te worden.
Vermijd overdreven spanning in een riemtransmissie gemonteerd op de snel-
of langzaamdraaiende as. Bij aandrijfgroepen bestaande uit motor,
riemtransmissie en tandwielkast wordt de spanning van de riemen geregeld
vóór verzending. De spanning terug controleren na 24 uur bedrijf.
Kettingtransmissies monteren zonder voorspanning.
Indien een rondsel op een aseind wordt gemonteerd, moet de normaal
vereiste speling tussen rondsel en wiel worden ingesteld en dient gecontro-
leerd te worden of de vertanding voldoende draagt.
5.3. INPLANTING
5.3.1. Opstelling
De tandwielkast uitsluitend opstellen in de positie
waarvoor ze werd besteld.
Indien dat niet mogelijk is, gelieve HANSEN te raadplegen daar het
mogelijk is dat de smeringsvoorzieningen moeten worden aangepast.
5.3.2. Uitlijning
De tandwielkast zo nauwkeurig mogelijk met motor en lastwerktuig horizon-
taal uitlijnen binnen de volgende limieten : 5 mm op 1 m (5/32 duim op 3
voet of 5 mrad of 17 minuten) of binnen de limieten aangegeven op de
maattekening voor niet horizontale opstellingen.
De maximaal toelaatbare onderlinge asuitlijningsfout hangt af van de koppe-
lingen op de aseinden : zie richtlijnen van de gebruikte koppeling.
Voor de uitlijning dient gebruik te worden gemaakt van 3 steunpunten van
de tandwielkast. Na de uitlijning dienen de andere steunpunten ondervuld
te worden tot 0,1 à 0,2 mm nauwkeurig, afhankelijk van de kastgrootte.
5.4. BEVESTIGING VAN VOLLE AS TANDWIEL-
KASTEN
De tandwielkast op een stijve en stevige basis of fundering plaatsen zodat er
geen trillingen en mogelijke overbelasting van de bevestigingsvoeten van het
huis kunnen optreden. De steunpunten gebruiken die op de maattekening
zijn aangeduid.
Na correcte uitlijning en ondervulling van alle steunpunten, de tandwielkast
stevig op haar fundering vastzetten met bouten, klasse 8.8 volgens DIN 267
of SAE klasse 5 voor bouten tot 1 1/2", ASTM.A-354 klasse BC voor bouten
groter dan 1 1/2". Afmetingen en aanhaalmomenten: zie tabel.
Opmerking: bij bepaalde horizontale uitvoeringen met evenwijdige assen en
ventilatoren, dient eerst de beschermkap van de ventilator gedemonteerd te
worden vooraleer de bouten kunnen vastgezet worden. Hierna wordt de be-
schermkap terug gemonteerd.
5.4.1. Aanhaalmomenten voor stalen bouten Klasse 8.8
Horizontale uitvoering
- Eentrapstandwielkasten (type QHP.1)
Kastgrootte
C
D
Boutmaat
klasse 8.8 ISO
M20
M24
M24
n
Aanhaal-
Nm
335
675
675
moment
Boutmaat
UNC
3/4"
7/8"
klasse 5
Aanhaal-
lbf.in
2950
4850
6000
moment
®
NEDERLANDS
E
F
G
M30
M30
1350
1350
1"
1 1/8" 1 1/4"
10300 12000
- Meertrapstandwielkasten (type QH...)
Kastgrootte
A
B
Boutmaat
klasse 8.8 ISO
M16
M20
M24
Aanhaal-
Nm
180
335
675
moment
Boutmaat
klasse 5 /
UNC
5/8"
3/4"
7/8"
klasse BC
Aanhaal-
lbf.in
1550
2950
4850
moment
Verticale uitvoering
- Meertrapstandwielkasten (type QV...)
Kastgrootte
A
B
C
Boutmaat
klasse 8.8 ISO
M16 M20 M24 M30 M30
Aanhaal-
Nm
180
335
675 1350 1350 2350
moment
Boutmaat
klasse 5 /
UNC 5/8" 3/4"
1"
1 1/8" 1 1/4" 1 1/2"
klasse BC
Aanhaal-
lbf.in 1550 2950 6000 10300 12000 21000
moment
(1) grootte G : 2-traps uitvoering
(2) grootte G : 3- en 4-traps uitvoering
5.4.2. Aanhaalmomenten voor roestvrij stalen bouten
Klasse 80
Horizontale uitvoering
- Eentrapstandwielkasten (type QHP.1)
Kastgrootte
C
D
Boutmaat
klasse 80 ISO
M20
M24
M24
Aanhaal-
Nm
340
Op verzoek
moment
Boutmaat
UNC
3/4"
7/8"
klasse 5
Aanhaal-
lbf.in
3000
Op verzoek
moment
- Meertrapstandwielkasten (type QH...)
Kastgrootte
A
B
Boutmaat
klasse 80 ISO
M16
M20
M24
n
Aanhaal-
Nm
185
340
moment
Boutmaat
klasse 5 /
UNC
5/8"
3/4"
7/8"
klasse BC
Aanhaal-
lbf.in
1650
3000
moment
Verticale uitvoering
- Meertrapstandwielkasten (type QV...)
Kastgrootte
A
B
C
Boutmaat
klasse 80 ISO
M16 M20 M24 M30 M30
Aanhaal-
Nm
185
340
moment
Boutmaat
klasse 5 /
UNC 5/8" 3/4"
1"
1 1/8" 1 1/4" 1 1/2"
klasse BC
Aanhaal-
lbf.in 1650 3000
moment
(1) grootte G : 2-traps uitvoering
(2) grootte G : 3- en 4-traps uitvoering
De uitlijning van aandrijfgroepen gemonteerd op een basis, wordt vóór de
verzending zorgvuldig gecontroleerd. Toch is het noodzakelijk na te gaan of
de basis niet vervormd werd tijdens transport of installatie, en wel door de
uitlijning van koppelingen of andere elementen opnieuw te controleren na de-
finitieve installatie van de aandrijfgroep.
ansen
C
D
E-F
G-H-J-K
L-M
N-P-Q
M24
M30
M36
M42
M48
675
1350
2350
3800
5700
1"
1 1/4" 1 1/2" 1 3/4"
2"
6000
12000 21000 33650 50750 81050
D
E
F-G(1) G(2)-H-J-K L-M-N-P-Q R-S-T
M36
M42
M48
3800
5700
1 3/4"
2"
33650
50750
E
F
G
M30
M30
1"
1 1/8" 1 1/4"
C
D
E-F
G-H-J-K
L-M
N-P-Q
M24
M30
M36
M42
M48
Op verzoek
1"
1 1/4" 1 1/2" 1 3/4"
2"
Op verzoek
D
E
F-G(1) G(2)-H-J-K L-M-N-P-Q R-S-T
M36
M42
M48
Op verzoek
1 3/4"
2"
Op verzoek
R-S-T
M56
9150
2 1/4"
M56
9150
2 1/4"
81050
R-S-T
M56
2 1/4"
M56
2 1/4"
36