Spartherm Mini R1V 51 Notice D'utilisation page 153

5.4.1. DIKTES WARMTE-ISOLATIEMATERIALEN
De gegevens over diktes van warmte-isolatiematerialen van uw inbou-
whaard vindt u onder „TECHNISCHE GEGEVENS" vanaf pagina 17.
Voor aan te brengen isolatielagen moet gebruik worden gemaakt
van matten, platen of schalen van silicaat-isolatiemateriaal (steen,
slakken en keramische vezels) van bouwmateriaalklasse A1 volgens
DIN 4102 Deel 1 met een maximale toepassingsgrenstemperatuur
van minstens 700 °C bij keuring volgens DIN 52271 en een nomi-
nale ruwe dichtheid van 80 kg/m³. Deze moeten zijn voorzien van
een overeenkomstig isolatiemateriaal-kengetal volgens AGI-Q 132.
Het isolatiemateriaal-kengetal mag op geen enkel punt de cijfer-
volgorde „99" bevatten! Voorzover deze isolatielaag niet aan alle
kanten wordt vastgehouden door muren, bekledingen of aangren-
zende platen, moeten op een maximale afstand van 33 cm van el-
kaar bevestigingen worden aangebracht. Andere isolatiematerialen,
bijv. van geëxpandeerde klei of minerale bouwmaterialen, moeten
zijn voorzien van een algemene bouwinspectie-goedkeuring van het
duitse instituut voor Bouwtechniek (DIBt). Deze dienen volgens de
voorschriften van de fabrikant te worden aangebracht.
De individuele isolatiematerialen hebben verschillende warmte-
geleidingswaarden, zodat hieruit verschillende isolatiemateriaal-
diktes resulteren. De vereiste isolatiemateriaal-dikte kan worden
afgeleid uit het door de fabrikant van het isolatiemateriaal ter be-
schikking gestelde diagram.
Sommige warmte-isolatiematerialen kunnen tegelijkertijd worden
gebruikt als voormuur en als warmte-isolatie. Daardoor wordt de
inbouwdiepte aanzienlijk verminderd. Warmte-isolatie van steen-
en slakkenvezels moet slijtvast zijn bekleed, zodat geen slijtagestof
door de circulerende luchtvolumestroom in de opstellingsruimte te-
rechtkomt. Andere warmte-isolatieplaten zijn eventueel al slijtvast
geproduceerd. De isolatiematerialen mogen alleen met dichte en
verspringende voegen worden aangebracht. Bij het aanbrengen in
meerdere lagen moeten de voegen elkaar overlappen.
NL 11
NL