Onderhoud; Visuele Diagnosefunctie Controledoos - Riello BGK1 Manuel D'entretien

Brûleurs fioul domestique
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

5.

ONDERHOUD

Alvorens wat voor reiniging of controle dan ook uit te voeren, de stroom van de brander halen door mid-
del van de hoofdschakelaar van de installatie en de kraan van de stookolie sluiten.
Aan de brander moet periodiek onderhoud verricht worden door bevoegde personen en in overeenstemming
met de wet en plaatselijke normen.
Dit periodiek onderhoud is van essentieel belang voor een goede werking van de brander; zo wordt er onnodig
verbruik van brandstof vermeden en worden de milieubelastende emissies in de omgeving beperkt.
DE BASISPROCEDURE'S VOOR HET ONDERHOUD ZIJN DE VOLGENDE:
Controleren of er geen toevoer- of retourleidingen van de brandstof, luchtaanzuigleidingen of uitstootleidingen
van de verbrandingsprodukten verstopt of dichtgeknepen zijn.
De positie van de verbrandingkop en de bevestiging ervan op de ketel controleren.
De zone waar de brandstof uit de verbrandingskop komt schoonmaken.
De vlamhouder en het uiteinde van de optische vezel schoonmaken (1, fig. 15, blz. 9).
Het filter van de brandstofaanzuigleiding en het pompfilter schoonmaken.
De elektrische aansluitingen van de brander controleren.
De fotocel schoonmaken (8, fig. 11, blz. 8).
Het brandstofverbruik controleren.
De afstelling van de verbrandingskop (fig. 14 pag. 9) en van de luchtklep (fig. 14 blz. 9) controleren.
De verstuiver indien nodig vervangen (fig. 11 e 12, blz. 8) en de plaatsing van de elektroden controleren
(fig. 15 blz. 9).
De rotor schoonmaken.
Laat de brander ongeveer tien minuten op zijn volle vermogen werken met alle in deze handleiding vermelde af-
stellingen. Voer dan een verbrandingsanalyse uit en controleer hierbij het volgende:
- Rookgetal (Bacharach);
- NOx gehalte (ppm);
5.1

VISUELE DIAGNOSEFUNCTIE CONTROLEDOOS

De bijgeleverde controledoos bezit een diagnosefunctie waarmee de eventuele oorzaken van storingen opge-
spoord kunnen worden (signalisatie RODE LED).
Om deze functie te gebruiken moet u de ontgrendelingsknop minstens 3 seconden lang indrukken vanaf het
ogenblik dat de brander vergrendeld is.
De controledoos geeft een serie pulsen die om de 2 seconden herhaald worden.
RODE LED brandt
ontgrendeling 3 sec. indrukken
De volgorde van de door de controledoos voortgebrachte pulsen geeft de mogelijke soorten storingen aan die in
de volgende tabel worden opgenoemd.
SIGNAAL
2 pulsen
4 pulsen
3329
- CO
gehalte (%);
2
- Temperatuur rookgassen in de schouw.
Geen stabiel vlamsignaal na de veiligheidstijd:
– fotocel defect of vuil;
– olieklep defect of vuil;
– ontstekingstransformator defect;
– brander niet goed afgesteld.
Licht in de kamer voor de ontsteking en bij het uitzetten van de brander:
– aanwezigheid van vreemd licht voor of na de omschakeling van de limietther-
mostaat;
– aanwezigheid van vreemd licht tijdens de voorventilatie;
– aanwezigheid van vreemd licht tijdens de naventilatie.
Tussenpoos
Pulsen
MOGELIJKE OORZAAK
14 NL
- CO gehalte (ppm);
2s
Pulsen

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Bgk23737006 - 37370663737406 - 3737456

Table des Matières