E. VOOR ELKE RIT
3. SCHERM, VIZIER EN ZONNEVIZIER
CONTROLEREN
Controleer voor elke rit de goede werking van het vizier- en zonnevizierme-
chanisme en of het vizier of zonnevizier voldoende zicht biedt. Verontreinigin-
gen dienen voor elke rit verwijderd te worden.
Controleer het scherm, het vizier en het zonnevizier op mechanische bescha-
digingen en scheuren. Een sterk bekrast vizier belemmert het zicht aanzienlijk
en moet indien nodig voor vertrek vervangen worden.
Waarschuwing:
Controleer of de bajonetsluitingen correct gesloten zijn en de
positiehendels het scherm stevig vergrendelen.
Waarschuwing:
Gebruik nooit getinte vizieren bij slecht zicht, 's nachts of in tunnels.
Waarschuwing:
Bekraste en/of verontreinigde vizieren en zonnevizieren belemmeren
het zicht aanzienlijk. Vervang of reinig deze onmiddellijk voor uw eigen
veiligheid.
Waarschuwing:
Zorg ervoor dat het vizier zich steeds in onberispelijke toestand bevindt.
Beschadigde vizieren zijn niet geschikt om mee te rijden en moeten
vervangen worden.
Waarschuwing:
Bij slecht zicht mag u niet verder rijden.
248
F. VOOR UW VEILIGHEID
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN HELM
Motorrijden brengt speciale risico's en gevaren voor de gezondheid
met zich mee, zowel voor de bestuurder als voor de passagier. Deze
risico's en gevaren kunnen beperkt worden door een helm te dragen,
maar niet uitgesloten. Er zijn geen sluitende gegevens beschikbaar over
de concrete beschermende werking van een helm bij een ongeval. Een
veilig rijgedrag, aangepast aan de weg- en weersomstandigheden, is de
belangrijkste voorwaarde voor uw veiligheid.
Om voldoende bescherming te bieden, moet de helm goed passen
en correct bevestigd zijn.
Sluit voor elke rit de kinriem en controleer of het sluitingssysteem
en de kinriem correct zitten.
Rijd nooit met geopende of onjuist ingestelde kinriem. De kinriem moet
correct zitten en mag onder trekbelasting niet meegeven. Alleen als de
kinriem niet meegeeft, is de sluiting correct gesloten.
Na een val of ongeluk of bij krachtinwerking op de helm is de
beschermende werking niet meer verzekerd. De bij een botsing
inwerkende energie wordt – net als bij de kreukelzone van een auto
– door gehele of gedeeltelijke structurele vernieling van de buiten- of
binnenschaal van de helm geabsorbeerd. Door de constructie van
de helm zijn deze beschadigingen vaak niet duidelijk herkenbaar. De
veiligheidshelm is geschikt voor de absorptie van slechts één stoot.
Na een val, ongeluk of andere krachtinwerking moet de helm daarom
in principe vervangen worden. Omwille van de veiligheid dient de oude
helm onbruikbaar gemaakt te worden.
NL
249