C. DE HELM
Opgelet:
Bij het vervangen van de wangkussens
is het zeer belangrijk dat het anti-
roll-off-systeem correct verbonden
is met de kinriem. Daarvoor moeten
de lippen aan de vrije uiteinden van
de nekbanden – zoals getoond op de
onderstaande tekening – rond de
desbetreffende uiteinden van de
kinriemen liggen. De nekbanden
mogen bovendien niet verdraaid of
geknoopt zijnn.
Opgelet:
Bij de helmmaten tot en met 54/55
moet er extra op worden gelet dat
de nekbanden altijd door de extra
lussen in het nekbereik heen zijn
geregen.
240
15. VENTILATIESYSTEMEN
VENTILATIE 1 – VIZIERINSTELLING
De E1 heeft een vizier dat in meerdere standen verstelbaar is. Open het vizier
– afhankelijk van de snelheid en de neiging tot beslaan – zo ver dat dit niet
beslaat en uw ogen tevens beschermd worden tegen onaangename tocht.
Stadsstand
In de tweede stand bevindt het vizier zich automatisch in de stadsstand.
De lucht die langs de spleet onderaan binnenstroomt, stroomt langs de
binnenkant van het vizier en ontsnapt via de opening aan de bovenkant.
VENTILATIE 2 – VENTILATIE-INLAAT KIN
De kinventilatie zorgt voor een gecentreerde
luchttoevoer. Bovendien wordt de binnenstromende
lucht door een stoffilter gereinigd. De kinventilatie kan
met een op- of neerwaartse beweging van de schuif
worden respectievelijk worden geopend en gesloten.
VENTILATIE 3 – VIZIERVENTILATIE
De E1 bezit aan de kin een ventilatie-inlaat voor de
ventilatie van het vizier. Ongeacht de zithouding
stroomt ca. 80-90% van de lucht in het middelste
kanaal exact naar de geopende luchtinlaat. De
luchtstroom wordt reeds bij lage snelheden afgebogen
zodat de vizierruit efficiënt verlucht wordt.
Het ventilatie-element wordt geopend of gesloten
door te drukken op de bovenkant of onderkant.
NL
241