Carbest CARA-MOVE II Manuel D'utilisation page 158

Installatie - Elektrische/Elektronische Onderdelen
De spanningsisolatieschakelaar (29) moet nu worden geïnstalleerd. De ideale plaats voor de
isolatieschakelaar is, indien beschikbaar, in het accucompartiment; meestal is er een ruimte aan de
zijkant van de accu. De gekozen plaats moet zodanig zijn dat de isolatieschakelaar gemakkelijk
bereikbaar is voor het geval het systeem in noodgevallen moet worden uitgeschakeld. Voor de
montage van de schakelaar zijn moeren en bouten meegeleverd, maar vervang deze indien nodig
indien ze niet van een geschikt type zijn.
Installeer de werkschakelaar (29) tussen de accu en de regeleenheid (fig.13) op de positieve [+] kabel
(14), gebruik makend van twee van de 6mm Terminal Ring Connectors (23) om de kabel met de
schakelaaraansluitingen te verbinden. Deze connectoren moeten aan het uiteinde van de draden
worden gekrompen. Zorg ervoor dat u voldoende draadlengte overlaat om van de accu naar de
werkschakelaar en van de werkschakelaar naar de elektronicabox te gaan.
Op de positieve kabel tussen de werkschakelaar en de elektronische schakelkast moet ook de
zekering worden geïnstalleerd. Monteer hiervoor de 120A-zekering (32) in de In-line Zekeringhouder
(31). Knip de positieve [+] kabel waar nodig af en krimp aan beide uiteinden 6mm ringklemmen (23)
om ze aan de zekering te kunnen bevestigen. De zekeringhouder (31) kan op dezelfde manier aan
een muur of vloer worden vastgeschroefd als de elektronische regeleenheid
Ga met de bijgeleverde accukabels (14,15) te werk om de accu via de eerder geïnstalleerde
werkschakelaar en zekering op de elektronicabox aan te sluiten, zoals geschetst in het
bedradingsschema (fig.13). Voor de aansluiting op de elektronicabox zijn reeds 6 mm
poolringconnectoren aan de accukabels bevestigd, terwijl voor de aansluiting op de accu zelf twee
maten ringconnectoren (22,23) worden meegeleverd
Opgelet! Probeer geen bedrading te wijzigen die is aangesloten op de batterij en onder
spanning staat. Zorg er altijd voor dat de draden spanningsloos zijn als er aan gewerkt
wordt.
Voorzichtig! Zorg ervoor dat u de positieve en negatieve batterijaansluitingen niet omdraait.
Een verkeerde aansluiting (omgekeerde polariteit) zal leiden tot beschadiging van de
schakelkast.
De motordraden (12,13) moeten nu op het systeem worden aangesloten. Gebruik opnieuw Fig.13 als
referentie, en leid de motordraden (12,13) door het eerder geboorde gat in de vloer van het voertuig
en langs de onderzijde van het voertuig naar de aangewezen motoren. Bijgeleverd zijn diverse
onderdelen die zullen helpen bij het veilig bevestigen van deze draden, waaronder: Kabelgoten (11) -
om de draden tegen scherpe randen te beschermen, P-klemmen/schroeven (19,20,21) - om de
draden aan oppervlakken te bevestigen, en kabelbinders (27) - om de draden waar nodig aan elkaar
of aan delen van het chassis te bevestigen. Kabelnummer (25) en polariteit (26) markeringen worden
ook meegeleverd om te helpen bij het labelen van de draden voor een gemakkelijke installatie.
Probeer bij het leggen van de draden deze zo centraal mogelijk langs de caravan te leggen om de
bedrading op dezelfde lengte te houden.
Net als bij de accukabels moet u, wanneer u tevreden bent over de kabelgeleiding, de bijgeleverde 4
mm ringstekkers (24) op de uiteinden van de draden krimpen voor aansluiting op de elektronicabox.
De spade connectoren voor aansluiting op de motoren zijn reeds bevestigd aan het uiteinde van de
motordraden (12,13).
OPMERKING: Afhankelijk van de wettelijke voorschriften, die variëren afhankelijk van uw locatie, kan
het nodig zijn een zwaardere bekabeling te installeren tussen de accu, de scheidingsschakelaar, de
zekering en de regeleenheid wanneer u een systeem met vier motoren installeert. Raadpleeg indien
nodig uw dealer voor meer details.
Zodra alle draden correct zijn aangesloten volgens Fig.13, is de elektrische installatie voltooid.
156