Montage
Itoevoer
Gastoevoer
Voeding
Algemene voorschriften voor de gastoevoer
· Het aansluiten van het gasarmatuur op het gasnet mag alleen door een
erkende vakman gebeuren.
· De doorsnede van de gasleidingen moet zodanig worden gekozen dat de
gasstroomdruk niet onder de voorgeschreven minimumwaarde komt.
Bij de inbedrijfname van de brander wordt de installatie gelijktijdig onder
verantwoording van de installateur of zijn zaakwaarnemer afgenomen.
Alleen hij kan waarborgen dat de installatie voldoet aan de geldende normen en
voorschriften.
De installateur moet erkend zijn en de installatie op lekkages gecontroleerd en
ontlucht hebben.
Voeding
Voor het aansluiten van de brander en
de regeling is het juiste stroomschema
noodzakelijk.
De elektrische voeding en de elektrische
aansluitingen moeten aan de plaatselijk
geldende normen voldoen.
De brander wordt voor een netspanning
van 400V-50Hz draaistroom met
nulleider en aarding geleverd.
De stuurleidingen zijn voorzien van
4/7-polige bussen.
Controle voor inbedrijfname
· Brander spanningsloos maken.
· Olie- en gaskleppen sluiten.
· Bedrijfsvoorschriften van de fabrikant van
warmtebron en regeling goed doornemen.
· Gassoort en gasdruk moeten overeenstemmen
met typeplaatje op de brander.
· Dichtheid van de gasleiding.
· Ontluchting van brandstofleidingen.
42
Stookolietoevoer
· De gebruikte oliebranderpomp is een
zelfaanzuigende tandradpomp die
als tweestrangpomp boven een
ontluchtingsfilter moet worden
aangesloten.
· Bij het projecteren en dimensioneren
van apparaten met zuiginstallatie voor
stookolie EL moet de VSO-richtlijn
(s. Elco Broschüre Art.-Nr 12002182)
absoluut in acht worden genomen.
· De bijgeleverde olieslang aan de
oliepomp aansluiten (de olieslangen
kunnen naar wens door de bovenste
of de onderste opening van de
behuizing worden gevoerd).
De aansluitkabel voor de brandermotor
moet door de kabelwartel gevoerd en
op de klemrail worden aangesloten
volgens het elektrisch schema .
De elektrische verbinding tussen
brander en gasarmatuur loopt via de
daarvoor bestemde steker.
· Controleren of de luchttoevoer en de
rookgasafvoer overeenstemmen met het
brandervermogen.
· De waterdruk in het verwarmingssysteem,
· Circulatiepomp(en) in bedrijf,
· Menger opent,
· Trekregelaar in schoorsteen opent,
· Voedingsspanning in orde,
· Het oliepeil in de tank,
· Aansluitingen van de olieslangen
(Toevoer/Terugloop) correct,
· Dichtheit van alle verbindingsdelen van de
olieleiding van brander
tot tank,
· Instelling van de thermostaat,
· Draairichting ventilatiemotor
09/2005 - Art. Nr. 13 019 243A
· De installatie van de olieslangen moet
zodanig worden uitgevoerd dat de
brander kan worden gedemonteerd
zonder de slangen los te maken.
· De olieslangen worden aangesloten
op het oliefilter via aansluiting R3/8"
resp. R1/2" (dubbele nippel voor
R3/8"/R1/2" bijgeleverd).
· De zuigleiding wordt bij vierkante
tanks tot 5 cm en bij cilindrische tanks
tot 10 cm over de tankbodem geleid.