Montage
Stookolievoeding
Elektrische voeding
Stookolievoeding
Om de werkingsveiligheid van de
installatie te waarborgen moet de
stookolievoeding zorgvuldig volgens
DIN 4755 worden uitgevoerd en
moeten de plaatselijke voorschriften
worden opgevolgd. De brander is
uitgerust met een zelf aanzuigende
tandradpomp, die in tweepijpssysteem
over een ontluchtingsfilter moet worden
aangesloten.
Opgelet:
· Max. ingangsdruk van de pomp < 2bar.
· Max. aanzuigvacuüm van de pomp
< 0,4bar.
24
Voor het ontwerp en het dimensioneren
van de installaties met zuiginrichting
voor EL-stookolie moet de ELCO
brochure met art.-nr: 12002182
absoluut in acht worden genomen.
· De bijgeleverde olieslangen aan de
oliepomp aansluiten en over de
opening aan de zijkant van het carter
voeren.
· Oliefilter met ontluchtingsfunctie
(aanbevolen mazenopening: 70 µm)
zo plaatsen dat een kinkvrije
aansluiting zonder spanning in de
olieslang gewaarborgd is.
· Let op de juiste aansluiting voor de
aanzuig en terugloop.
De elektrische installatie en de
aansluiting mogen alleen door een
erkend elektricien worden
uitgevoerd. De voorschriften en de
bepalingen van VDE en EVU moeten
in acht worden genomen (AREI voor
Belgie).
Elektrische aansluiting
· Controleren of de netspanning met
de opgegeven werkingsspanning van
230 V, 50 Hz overeenstemt.
Zekering voor de brander: 10A
03/2005 - Art. Nr. 13 018 068A
m
Voor de ingebruikname olie met
een handpomp aanzuigen en de
dichtheid van de olieleidingen
controleren.
Elektrische stekkerverbinding
De brander en de warmtegenerator
(ketel) worden via een zevenpolige en
vierpolige stekkerverbinding met elkaar
verbonden.
De aansluitkabel wordt door een
aansluitflens gevoerd en vastgemaakt.