Olietoevoer, Gastoevoer; Voeding - elco VECTRON GL 06.1600 DUO PLUS Notice D'emploi

Montage
Olietoevoer
Gastoevoer
Stroomtoevoer
Olietoevoer
· De gebruikte oliebranderpomp is een
zelfaanzuigende tandradpomp die als
tweestrangpomp boven een
ontluchtingsfilter moet worden
aangesloten.
· Bij het projecteren en dimensioneren
van apparaten met zuiginstallatie voor
stookolie EL moet de VSO-richtlijn
(zie Elco Broschüre Art.-Nr122887 )
absoluut in acht worden genomen.
· De bijgeleverde olieslang aan de
oliepomp aansluiten (de
olieslangen kunnen naar wens door
de bovenste of de onderste opening
van de behuizing worden gevoerd).
Algemene voorschriften voor de
gasaansluiting.
· Het aansluiten van de gasstraat op
het gasnet mag alleen door een
erkende vakman gebeuren.
· De doorsnede van de gasleidingen
moet zodanig worden gekozen dat
de gasstroomdruk niet onder de
voorgeschreven minimumwaarde ligt.
Bij de inbedrijfstelling van de brander
wordt de installatie gelijktijdig onder
verantwoording van de installateur of
zijn zaakwaarnemer afgenomen.
Hij alleen kan waarborgen dat de
installatie aan de geldende normen en
voorschriften voldoet.

Voeding

Voor de aansluiting van de brander en
de regeling is het juiste stroomschema
onmisbaar.
De voeding en de elektrische
aansluitingen moeten voldoen aan de
geldende normen.
De brander wordt voor een netspanning
van 400V-50Hz draaistroom met
nulleider en aarde geleverd.
Alle stuurkabels zijn voorzien van
5/7-polige bussen.
Controle voor inbedrijfname.
· Brander spanningsloos maken.
· Olie- en gaskleppen sluiten
· Bedrijfsvoorschriften van de fabrikant
van warmtebron en regeling goed
doornemen.
· Gassoort en gasdruk moeten
overeenstemmen met typeplaat op
de brander.
· Dichtheid van de gasleiding.
· Ontluchting van brandstofleidingen
· Controleren of de luchttoevoer en de
rookgasafvoer overeenstemmen met
het brandervermogen.
· De waterdruk in het
verwarmingssysteem,
42
· De installatie van de olieslangen moet
zodanig worden uitgevoerd dat de
brander kan worden gedemonteerd
zonder de slangen los te maken.
· De olieslangen worden aangesloten
op het oliefilter via aansluiting R3/8"
resp. R1/2" (dubbele nippel voor
R3/8"/R1/2" bijgeleverd).
· De zuigleiding wordt bij vierkante tanks
tot 5 cm en bij cilindrische tanks tot
10 cm over de tankbodem geleid.
De installateur moet erkend zijn en de
installatie op lekkages gecontroleerd en
ontlucht hebben.
De aansluitkabel voor de brandermotor
moet door de schroefverbindingen
gevoerd worden en volgens het
elektrisch schema op de klemrail
worden aangesloten. De elektrische
verbinding tussen brander,
gasarmatuur en hydraulisch blok gaat
via de daarvoor bestemde steker.
· Circulatiepomp(en) in bedrijf,
· Smoorklep geopend,
· Trekregelaar in orde,
· Voedingsspanning in orde,
· Het oliepeil in de tank.
· Aansluitingen van de olieslangen
(Toevoer/Terugloop) correct,
· Dichtheid van alle verbindingsdelen van
de olieleiding van brander tot tank,
· Instelling van de thermostaat,
· Draairichting ventilatiemotor
(zie pijl op het branderhuis).
06/2006 - Art. Nr. 13 018 119B