Groep Onder Belasting Van Water; Groep Boven Water (Aanzuiging); Bedieningsregeling; Inbedrijfname Van De Elektrische Hoofdpomp - Wilo SiFire EN Série Notice De Montage Et De Mise En Service

Nederlands
Procedure voor de inbedrijfname
• Procedures voor het onderhoudsprogramma en de
bedieningsverantwoordelijkheid in geval van
onbedoeld starten moeten worden vastgelegd bij
het instellen van het automatisch bedrijf van het
pompsysteem.
• Voor modellen met dieselmotor moet voor de
bediening worden gecontroleerd of de accu's de
juiste lading hebben.
• Volg de instructies van de fabrikant voor het
inspecteren van accu's.
• Houd accu's uit de buurt van vlammen en vonken.
Leun om veiligheidsredenen tijdens bedrijf en
installatie of verwijdering niet over de accu's heen.
• Controleer het juiste brandstofpeil in tanks van
dieselmotoren en vul brandstof indien mogelijk bij
wanneer de motoren afgekoeld zijn.
• Let op dat u geen brandstof morst op motoren en
rubberen of kunststof materialen van de installa-
tie.
• Vul GEEN brandstof bij als de motoren warm zijn.
• Controleer of de motor en de pomp correct zijn
uitgelijnd voordat u de hoofdpompen inschakelt.
Houd u aan de bedieningsvoorschriften van de
handleiding die met de pompen is meegeleverd.
Het uitlijnen van pompen en motoren moet wor-
den uitgevoerd door ervaren personen.
• Als de groep is voorzien van pompen die op een
apart basisframe zijn geplaatst, moet elk basis-
frame aan de grond worden bevestigd, waarbij
extra aandacht moet worden besteed aan de uit-
lijning van de retourverdelers.
• De installatie moet worden uitgevoerd door
gekwalificeerde technici.

8.2 Groep onder belasting van water

Voor de inbedrijfname van een installatie die is
geïnstalleerd onder waterdruk, voert u de vol-
gende handelingen uit:
• Controleer of de ventilatiekleppen van alle pom-
pen open zijn.
• Sluit de kleppen aan de perszijde van de pompen.
• Open de kleppen aan de zuigzijde langzaam en
controleer of er water uit de ventilatiecircuits van
de pompen komt.
• Start de pompen kort in handbedrijf.
• Zorg dat er geen lucht is in de circuits en de pom-
pen.
• Herhaal het proces om er zeker van te zijn dat alle
lucht uit de leidingen is verwijderd.
• Sluit de ventilatiestop van de jockeypomp.
• Open de kleppen aan de zuig- en perszijde volle-
dig.
• Zorg dat er geen problemen met de waterdoor-
stroming zijn (aanwezigheid van vuil, vaste deel-
tjes etc.).

8.3 Groep boven water (aanzuiging)

Voor de inbedrijfname van een installatie die is
geïnstalleerd boven water, voert u de volgende
handelingen uit:
• Controleer of de ventilatiekleppen van alle pom-
pen open zijn.
84
• Sluit de kleppen aan de perszijde van de pompen.
• Vul de hoofdpompen via de circuits van de toe-
voerreservoirs.
• Vul de jockeypomp via de vulkap aan de hand van
de instructies in de handleiding.
• Start de pompen kort in handbedrijf.
• Zorg dat er geen lucht is in de circuits en de pom-
pen.
• Herhaal het proces om er zeker van te zijn dat alle
lucht uit de leidingen is verwijderd.
• Open de kleppen aan de zuig- en perszijde volle-
dig.
• Zorg dat er geen problemen met de waterdoor-
stroming zijn (aanwezigheid van vuil, vaste deel-
tjes etc.).

8.4 Bedieningsregeling

8.4.1 Inbedrijfname van de elektrische hoofdpomp

• Zorg dat alle hydraulische, mechanische en elek-
trische aansluitingen uit deze handleiding correct
zijn uitgevoerd.
• Zorg dat de kleppen aan de zuig- en perszijde van
de pomp open zijn.
• Zorg dat de pomp ontlucht is en gevuld is met
water.
• Controleer of de voeding overeenkomt met het
typeplaatje en of er driefasen-voeding is aange-
sloten.
Volg de instructies voor inbedrijfname in de hand-
leidingen van de pompschakelkast.
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan het pro-
duct!
Om schade aan de hoofdpompen door overver-
hitting te voorkomen, moet altijd worden
gecontroleerd of de doorstroming van water
door het recirculatiecircuit overeenkomt met de
instructies in de technische handleiding van de
pomp. Als zich problemen met het recirculatie-
circuit voordoen of als het minimumpeil dat
nodig is voor het testen van het starten en
draaien van de pomp niet gegarandeerd is, open
dan andere circuits (bijv. debietmeter, klep voor
testen van de dichtheid van de afsluiter, aftap-
klep etc.).
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan het pro-
duct!
Zorg dat geen van de volgende punten zich
voordoet. Stop de pomp anders onmiddellijk en
verwijder de oorzaken van de storing voordat u
de pomp weer start (zie ook het hoofdstuk Fou-
ten, oorzaken en oplossingen):
• Draaiende onderdelen komen in aanraking met
vaste onderdelen
• Ongewone geluiden en trillingen
• Losse bouten
• Hoge temperatuur van het motorhuis
• Verschil in stroom op de fasen
• Lekken bij de mechanische afdichting
Trillingen, geluid en uitzonderlijke temperatu-
ren kunnen worden veroorzaakt door verkeerde
uitlijning van de motor-/pompkoppeling.
WILO SE 12/2019