Algemeen Onderhoudsvoorschriften; Test Van Automatische Start Van De Pomp; Test Van Automatische Start Van De Dieselpomp; Periodieke Tests - Wilo SiFire EN Série Notice De Montage Et De Mise En Service

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Nederlands

9.1 Algemeen onderhoudsvoorschriften

• Algemene inspectie van de installatie (inclusief
aanvoer van water en stroom) om de staat van alle
onderdelen te controleren
• Algemene reiniging
• Controle van de dichtheid van de terugslagklep-
pen
• Controleer de bedrijfsconfiguratie van het scha-
kelpaneel
• Controleer de correcte werking van de waarschu-
wingslampjes op het schakelpaneel
• Controleer de correcte werking van het alarm voor
minimumpeil van reservoir/put
• Controleer elektrische aansluitingen op tekenen
van schade aan de isolatie, verbranding, losge-
raakte klemmen
• Controleer de isolatieweerstand van elektrische
motoren Als een motor zonder schade aan de iso-
latie koud is, moet deze een weerstand van meer
dan 1000 megaohm hebben.
• Controleer de voorvulling van membraanvaten.
• Zie ook de specifieke handelingen in de desbe-
treffende handleidingen voor de verschillende
onderdelen van de installatie.
• Controleer of de minimale hoeveelheid reserve-
onderdelen, zoals voorgeschreven in de norm EN
12845 voor snel herstel van de volledige bedrijfs-
gereedheid van het systeem in geval van storin-
gen, op voorraad is.
• Controleer de correcte werking van het alarm voor
het minimumbrandstofpeil.
• Controleer de correcte werking van de weerstand
van de olieverwarmer.
• Controleer het laadniveau van de accu's en de cor-
recte werking van de acculader.
• Controleer de correcte werking van de stopmag-
neetklep (afb. 11).
• Controleer het peil en de viscositeit van de olie
voor de pompkoeling.
• Controleer het toevoercircuit (met name bij een
installatie boven het waterdrukniveau).
Bij alle controles moet op de volgende punten
worden gelet:
a) Alle verschillende drukwaarden van de
manometers voor water en lucht in de gebouwen,
drukwaarden voor hoofdleidingen en
drukreservoirs.
b) Alle waterniveaus in opslagtanks, rivieren,
kanalen, meren (inclusief pomptoevoerreservoirs
en reservoirs onder waterdruk).
c) De correcte stand van alle hoofdafsluiters.

9.2 Test van automatische start van de pomp

Tests van automatische pompen moeten de vol-
gende punten omvatten:
a) Controleer het motorolie- en brandstofpeil.
b) Reduceer de waterdruk op het starttoestel,
waardoor een activering van een automatische
start wordt gesimuleerd (zie hoofdstuk 8).
c) Als de pomp start, moet de startdruk worden
gecontroleerd en genoteerd.
d) Controleer de oliedruk van de dieselpomp en de
waterdoorstroming van het koelcircuit.
88
VOORZICHTIG! Gevaar voor uitval van de pomp!
Vul brandstof en andere vloeistoffen altijd bij
nadat de tests zijn uitgevoerd.

9.3 Test van automatische start van de dieselpomp

Nadat de start is getest, moeten dieselmotoren als
volgt worden getest:
a) Laat de motor 20 min. draaien, of zo lang als door
de leverancier is aanbevolen. Zet de motor dan af
en start deze onmiddellijk opnieuw d.m.v. de
testknop 'handmatige start'.
b) Controleer het waterpeil in het primaire
koelcircuit.
Controleer tijdens de test de oliedruk, de motor-
temperatuur en de doorstroming van het koel-
middel.
Controleer vervolgens de olieslangen en voer een
algemene controle uit om eventuele lekkage van
brandstof, koelmiddel of uitlaatgas op te sporen.

9.4 Periodieke tests

Maandelijkse controles
Controleer het peil en de dichtheid van de elek-
trolyten van alle loodaccucellen (inclusief star-
taccu's van dieselmotoren en accu's voor de
voeding van het schakelpaneel). Als de dichtheid
laag is, controleer dan de acculader. Als deze cor-
rect werkt, vervang dan de betroffen accu.
Driemaandelijkse controles
Ten minste om de dertien weken uit te voeren
Er moet een inspectierapport worden opgesteld,
dat ondertekend aan de eindgebruiker moet wor-
den overhandigd. Dit moet informatie bevatten
over alle uitgevoerde of geplande procedures en
informatie over externe factoren, zoals het weer,
die de resultaten beïnvloed zouden kunnen heb-
ben.
Controleer de leidingen en steunen om eventuele
punten met corrosie op te sporen en breng indien
nodig bescherming hiertegen aan.
Controleer leidingen op de juiste aardaansluiting.
Sprinklerleidingen mogen niet worden gebruikt als
aardaansluiting voor elektrische apparatuur. Ver-
wijder dit soort aansluitingen en zorg voor een
alternatieve oplossing.
Controleer de watertoevoer op alle schakelpane-
len van de installatie. De pomp(en) moet(en)
automatisch starten, drukwaarden en gemeten
doorstroming mogen niet lager zijn dan de voor-
geschreven waarden. Elke wijziging moet worden
vastgelegd.
Controleer alle kleppen die de sprinklers van water
voorzien om er zeker van te zijn dat deze werken.
Breng ze daarna weer terug in de normale bedrijfs-
stand. Voer dezelfde procedure uit voor alle
watertoevoerkleppen, de regel- en alarmkleppen
en alle plaatselijke of hulpkleppen.
Controleer de hoeveelheid en de verpakking van
reserveonderdelen die op voorraad zijn.
WILO SE 12/2019

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières