Nederlands
Apparaat vasthouden en geleiden
De motorzaag met
beide handen vasthou-
den – verhoogde kans
op ongelukken: rechter-
hand op de
bedieningshandgreep –
geldt ook voor linkshandi-
gen. Voor een goede
geleiding de draagbeu-
gel en de handgreep met
de duimen omsluiten.
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen. Voorzichtig te werk
gaan als de schors van de boom nat is –
kans op uitglijden!
De bediening met een
hand is zeer gevaarlijk –
bijv. bij het zagen in
droog, knoestig en afge-
storven hout trekt de
ketting zich niet in het
hout. De machine kan
door reactiekrachten niet
onder controle te houden
bewegingen maken
("dansen", terugslaan) en
de gebruiker kan de con-
trole over de machine
verliezen. Verhoogde
kans op terugslag –
kans op dodelijk letsel!
92
Eenhandig gebruik van de motorzaag
voor boomverzorging alleen:
–
als tweehandig gebruik niet
mogelijk is en
–
als het nodig is met één hand voor
evenwicht te zorgen en
–
als de motorzaag stevig kan worden
vastgehouden en
–
als alle lichaamsdelen zich buiten
het verlengde zwenkbereik van de
motorzaag bevinden
Bij het zagen met één hand:
–
Nooit een af te zagen tak
vasthouden
–
Nooit met de zaagbladneus werken
–
Nooit vallende takken proberen
tegen te houden
Zagen
De motorzaag met vol gas in de
zaagsnede aanbrengen en (indien
mogelijk) de kam stevig tegen de stam
drukken – pas dan met zagen beginnen.
Niet in de startgasstand werken. Het
motortoerental is in deze stand van de
gashendel niet regelbaar.
Bij voorkeur met kam werken, hierdoor
wordt een betere controle over de
machine verkregen. Bij het werken
zonder kam kan de motorzaag de
gebruiker naar voren trekken.
De motorzaag alleen met een draaiende
zaagketting uit het hout trekken.
Rustig en met overleg werken – alleen
bij voldoende licht en goed zicht.
Anderen niet in gevaar brengen –
voorzichtig werken.
Indien mogelijk een kort zaagblad
gebruiken: zaagketting, zaagblad en
kettingtandwiel moeten bij elkaar en bij
de motorzaag passen.
Aanwijzingen met betrekking tot de
zaagtechniek:
–
Dunne takken met één zaagsnede
doorzagen
–
Bij dikke takken eerst de
ontlastingssnede vanaf de
onderzijde (ca. 1/5 van de diameter)
aanbrengen, vervolgens van
bovenaf doorzagen.
–
Dikke takken vastbinden
Niet op een ladder werken, niet op een
onstabiele ondergrond en niet boven
schouderhoogte.
Bij voorkeur vanaf een hoogwerker
werken, als de omstandigheden dit
toelaten.
MS 200 T