INDICATIELAMPJE
Het apparaat signaleert de verschillende operationele toestanden met behulp van een indicatielamp-
je. De oplichtingsvoorwaarden van dit indicatielampje worden beschreven in onderstaande tabel:
Apparaat
Reset
Stand-by
Start van de
opnamet
© Nomics s.a. All rights reserved
Normale voorwaarden,
bij het aansluiten van
de ECG
Normale voorwaarden,
bij het aansluiten van de
onderkaakverlagings-
sensor
Batterij onvoldoende
Geheugen vol
Geheugenfout
Indicatielampje
Groen en geel lichten kort op.
Groen en geel zijn gedoofd..
Groen licht op en knippert 16 keer om de
eerste verwerving aan te geven.
Groen licht op als de sondes van de
onderkaakverlagingssensor zich binnen het
toegestane afstandsbereik [7,5 cm - 23,5
cm] bevinden. (*)
Geel licht op als de sondes van de onder-
kaakverlagingssensor zich niet binnen het
toegestane afstandsbereik (buiten [7,5 cm
- 23,5 cm]) bevinden. (*)
Groen en geel blijven gedoofd. De opname
start niet.
Geel knippert vier keer. De opname start
niet.
Geel licht kort op.
De opname start niet.
MU_BRIZZY_REV5 / 03-2017 NL-87
NL