Veiligheidsstickers
Alle informatie op uw zitmaaier met de melding GEVAAR,
WAARSCHUWING en OPGEPAST en met instructies moet
zorgvuldig worden gelezen en nauwgezet worden nage-
leefd. Anders kan lichamelijk letsel ontstaan. Het gaat om
belangrijke informatie die bedoeld is voor uw veiligheid!
De onderstaande veiligheidsstickers bevinden zich op het
tractorgedeelte en het maaidek van uw zitmaaier.
Veiligheidspictogrammen
3
5
7
1.
WAARSCHUWING: Zorg dat u de gebruikershandleiding
hebt gelezen en begrijpt voor u deze machine gebruikt.
Weet waar alle bedieningselementen zich bevinden en
hoe deze werken. Gebruik deze machine alleen als u vol-
doende kennis hebt.
2.
GEVAAR - VERLIES VAN TRACTIE, STABILITEIT,
STUREN EN BEDIENEN OP HELLINGEN: als de ma-
chine op een helling niet meer vooruit rijdt en begint weg
te glijden, stop dan de snijmessen en rijd langzaam de hel-
ling af.
3.
GEVAAR: BRANDGEVAAR: Zorg dat de machine vrij is
van gras, gebladerte en olieresidu. Voeg geen brandstof
toe terwijl de motor draait of heet is. Stop de motor en laat
hem ten minste 3 minuten afkoelen alvorens brandstof toe
te voegen. Voeg nooit brandstof toe binnenshuis of in een
afgesloten trailer, garage of andere afgesloten ruimtes.
Neem gemorste brandstof op. Rook niet als deze machine
bedient.
4.
GEVAAR - KANTELEN EN WEGGLIJDEN: Maai hellin-
gen in de hellingsrichting, niet overdwars. Maai niet op hel-
lingen van meer dan 10°. Voorkom plotselinge en scherpe
(snelle) bochten op hellingen.
5.
GEVAAR - AMPUTATIE EN VERLIES VAN LEDE-
MATEN: om letsel van ronddraaiende snijmessen en
bewegende delen te voorkomen, moeten de veiligheids-
voorzieningen (beschermplaten, schermen en schake-
laars) aanwezig zijn en goed werken.
nl
1
2
4
Als een van deze stickers weg of beschadigd is, vervangt u
hem meteen. Raadpleeg een erkende dealer voor reserve-
onderdelen.
Deze stickers zijn gemakkelijk aan te brengen en zijn een
constante visuele herinnering voor u en andere gebruikers
van het product dat u de veiligheidsvoorschriften die nodig
zijn voor een veilig en effectief gebruik moet naleven.
6
8
6.
Maai niet als kinderen of andere personen in de buurt zijn.
Laat niemand meerijden, zeker geen kinderen, ook niet als
de snijmessen zijn uitgeschakeld. Maai niet achteruit, ten-
zij absoluut noodzakelijk. Kijk omlaag en achter u, voordat
en terwijl u achteruitrijdt.
7.
Raadpleeg de technische documentatie voordat u techni-
sche reparaties of onderhoud verricht. Als u de machine
verlaat, schakel de motor dan uit, trek de handrem aan en
verwijder de contactsleutel.
8.
Houd omstanders en kinderen op een veilige afstand.
Verwijder voorwerpen die door het snijmes weggeslin-
gerd kunnen worden. Maai alleen met aangebrachte af-
voertrechter.
9.
Maai niet zonder dat de afvoertrechter of de gehele gras-
opvangzak is aangebracht.
10. Om letsel van ronddraaiende messen te voorkomen,
mogen u en anderen niet in de buurt van de rand van het
maaidek komen.
9
10
13