Functie
Verbrandingsautomaat SG 513
Knippercode
x y y y y
Geen vlamsignaal na afloop van de beveiligingstijd.
x x y y y
Vreemd licht tijdens voorventilatie-/ voorontstekingstijd
x x x y y
Luchtdrukschakelaar Contact sluit niet binnen gedefinieerde
tijdsspanne
x x x x y
Luchtdrukschakelaar Contact opent bij de start of tijdens werking.
y y x x x
De luchtdrukschakelaar is niet in de rusttoestand, bijv. omdat hij
vastgelast is.
y y y y x
Verdwijnen van de vlam gedurende de werking.
x x - y y y y y
Handmatige storingsuitschakeling (zie ook Vergrendeling).
Code
x
y
—
Vereiste ingangssignalen
Uitgangssignalen
Temperatuurregelaar
Luchtdrukbewaker
1
Inschakeling automaat, motor en SM
2
Controle op luchtdruk
3
Einde van de voorventilatie
4
Inbedrijfstelling trafo en
einde van de voorventialtie
Op R drukken
... à veroorzaakt ...
tijdens...
... à minder dan
Ontgrendeling of
9 seconden...
vergrendeling van
de automaat
... à tusen 9 en
Wissen van de
13 seconden...
statistieken van de
automaat
... à meer dan
Geen effect op de
13 seconden ...
automaat
Oorzaak van de storing
Verklaring
Kort lichtsignaal
Lang lichtsignaal
Pauze
Brandermotor
Gasklep
Regeling
5
Inschakeling van de gasklep
6
Vlamcontrole
7
Inschakeling SM en gasklep,
daarna branderwerking
0
Regeluitschakeling - brander uit
10 Storingsmodus
01/2006 - Art. Nr. 13 019 655A
De gasverbrandingsautomaat SG 513 stuurt en
bewaakt de ventilatorbrander. Door het computerge-
stuurde programmaverloop worden uiterst stabiele
tijden bereikt, die onafhankelijk zijn van schomme-
lingen in netspanning en omgevingstemperatuur.
De verbrandingsautomaat is met laagspanningsbe-
veiliging uitgevoerd, daardoor wordt de werking van
de installatie ook bij extreme uitval van de spanning
niet in gevaar gebracht. Als de netspanning onder de
vereiste minimumwaarde ligt, schakelt de automaat
zonder een storingssignaal uit. Na het weer
bereiken van een normale spanning start de
automaat automatisch weer.
Informatiessysteem
Het ingebouwde visuele informatiesysteem infor -
meert u over de oorzaken van een storingsuit -
schakeling. De meest recente storingsoorzaak
wordt in het apparaat opgeslagen en kan worden
achterhaald bij het opnieuw inschakelen van het
apparaat, ook als de spanning is uitgevallen.
In geval van storingen brandt de LED in de ont -
stoorknop R continu tot de storing bevestigd,
d.w.z. de automaat ontstoord wordt. Om de
10 seconden wordt dit oplichten onderbroken en
een flikkercode wordt uitgezonden, die inlichtingen
geeft over de oorzaak van de storingstoestand.
Als toebehoren is een weergaveapparaat ver -
krijgbaar, waarmee uit de automaat verdere uit -
voerige inlichtingen kunnen worden uitgelezen
over de werkings- en storingsstappen.
Vergrendeling en ontgrendeling
De automaat kan via ontstoorknop R vergrendeld
(in storing gebracht) en ontgrendeld (ontstoord)
worden, in zoverre er spanning op de automaat
staat.
Als de knop tijdens normaal bedirjf of tijdens de
start wordt ingedrukt, dan schakelt het apparaat
in de storingsstand. Als de knop in geval van
storing wordt ingedrukt, wordt de automaat ont -
grendeld.
m
Vóór in- of uitbouwen van de automaat
apparaat spanningsvrij maken. De automaat
mag niet geopend of gerepareerd worden.
ontstekingstrafo
Vlambewaker
Servomotor (SM)
tlw Wachttijd van de luchtdrukbewaker
tlk Openingstijd van de servomotor en afvoer voorbeluchting
tr
Sluitingstijd van de servomotor
tvz Voorontstekingstijd
ts
Beveiligingstijd
tv2 Minimale tijd tussen gasklep 1 en 2
NL
Storing
Ontgrendeling
39