Functioneren
Verbrandingsautomaat LFL 1.333 / functiebeschrijving
Funktiebeschrijving
Regelthermostaat vraagt om warmte.
–
Het stuurprogramma van het
–
stuurapparaat start als het
luchtdrukbewakingscontact in
ruststand staat, de gasdrukbewaking
voldoende gasdruk meldt en de
luchtklep in de stand "Dicht" staat (nok
II).
De brandermotor start
–
De luchtklep opent op de
–
vollaststand (nok I)
Voorventilatietijd ca. 30 sec.
–
Tijdens het voorspoelen wordt
de ventilatordruk bewaakt
–
de verbrandingskamer bewaakt op
–
vlamsignalen.
Brandstofkeuze gas
Na afloop van de voorspoeltijd wordt
de luchtklep in onstekingsstand gas
–
gezet (nok III)
de onsteking ingeschakeld
–
de hoofd- en veiligheidsmagneetklep
–
geopend.
Branderstart
–
Regelvrijgave na afloop van de
–
beveiligingstijd
Opening van de luchtklep op
–
"Kleinlast Gas" (nok V)
Begin van de regelprocedure
–
max. belasting gas wordt bereikt bij
–
nokpositie I
Brandstofkeuze olie
Na afloop van de voorspoeltijd wordt
de luchtklep in onstekingsstand olie
–
gezet (nok IV)
de onsteking ingeschakeld
–
magneetklep Y1 fase 1 geopend
–
Branderstart in fase 1
–
Omschakelen op vollast olie fase 2
Bij aanvraag van vermogensfase 2
wordt
de luchtklep op de stand fase 2
–
gezet (nok VI)
bij positie nok VII magneetventiel Y2
–
geopend, brander brandt met twee
sproeiers
Omschakelen op olie fase 3
De luchtklep op fase 3 (nok I)
–
bij positie nok VII wordt magneetklep
–
fase 3 geopend
06/2006 - Art. Nr. 13 018 119B
t1 Voorventilatietijd
t2 Eerste beveiligingstijd
t3 Voorontstekingstijd
-
Beveiligingstijd bij verdwijnen
van vlamsignaal
Opdrachten naar
verbrandingsautomaat.
noodzakelijke
ingangssignalen.
30s
3s
6s
< 1s
37