Montage Des Lames De Guidage Speciales En Plastique - Cargo Floor CF 500 SLi–21-112 Instructions De Montage

Table des Matières

Publicité

Cargo Floor B.V.
P.O. Box 271
NL-7740 AG Coevorden
Phone:
+31-(0)524- 593900
Fax:
+31-(0)524- 593999
NL
MONTAGE VAN DE SPECIALE KUNSTSTOF GELEIDINGSKAMMEN
Bij toepassing van de zgn. kunststof kamgeleiding dient men vooraf te controleren of de hoogte van de te
gebruiken kamgeleiding overeenstemt met de hoogte van het aandrijfsysteem (zie bladzijde 17, figuur 6).
De kamgeleidingen worden normaliter per drie stuks naast elkaar op een dwarstraverse gemonteerd.
Hierbij dient het hart van het middelste blok van de kunststof kamgeleiding in de centerlijn van het
chassis te worden gemonteerd. Op de kunststof kamgeleiding zijn hartlijnen aangegeven.
Bij het monteren van de twee buitenste kamgeleidingen moet er opnieuw vanuit de centerlijn gemeten
worden naar het hart van het middelste blok van de kunststof kamgeleiding, zie figuur 14B.
Er zijn situaties waarbij het zgn. "zadelprincipe" van de kunststof kamgeleiding niet toegepast kan
worden, hiervoor dient / kan men de oranje kunststof kamgeleiding te kiezen. LET OP: dit is alleen
toepasbaar bij kunststof kamgeleiding met een hoogte van 35 mm.
Door het zgn. "zadelprincipe" van de kunststof kamgeleidingen is het niet noodzakelijk elk
bevestigingsgat in deze kunststof kamgeleiding te gebruiken. (Zie figuur 14A.)
Aantal bevestigingspunten:
• Vanaf de voorzijde van de oplegger tot aan het aandrijfsysteem dient bij elke kunststof geleidingskam
de buitenste gaten en het middelste gat te worden gebruikt (3 per geleidingskam, 9 per dwarstraverse);
• Vanaf het aandrijfsysteem tot circa 2000 mm voor de laad- / loszijde van het frame dient per
kamgeleiding elk tweede gat te worden gebruikt, beginnende bij het eerste gat (4 per geleidingskam,
12 per dwarstraverse);
• De laatste twee meter van het frame dienen alle aanwezige gaten te worden gebruikt;
• Bij gebruik van geleidingskammen zonder het zgn. "zadelprincipe" (oranje kamgeleiding) dienen alle
aanwezige gaten te worden gebruikt.
Het is hierbij raadzaam een dwarsligger met een bovenflensbreedte van maximaal 60 mm te gebruiken,
deze mag niet smaller dan 50 mm zijn. Er kunnen tevens afwijkende maten worden toegepast door
gebruikmaking van speciaal hiervoor bestemde kunststof kamgeleidingen.
Nb. bij het gebruik van deze kunststof kamgeleiding adviseren wij u nadrukkelijk om een stabiele
dwarstraverse toe te passen en ervoor te zorgen dat het onderframe sterk genoeg is.

MONTAGE DES LAMES DE GUIDAGE SPECIALES EN PLASTIQUE

Lors de l'application des lames de guidage en plastique, il convient de vérifier préalablement si la
hauteur du guidage des lames correspond à la hauteur du système de commande (voir page 17, schéma
6).
Les lames de guidage sont normalement montées par trois pièces, les unes à côtés des autres, sur une
traverse. Il convient pour ce faire de monter le centre du bloc du milieu du guidage des lames en
plastique sur la médiane du châssis. Des lignes équidistantes sont tracées sur le guidage des lames en
plastique.
Lors du montage des deux lames de guidage extérieures, il importe de mesurer à nouveau le centre du
bloc du milieu du guidage des lames en plastique à partir de la ligne d'équidistance, voir schéma 14B.
Il existe des situations où le principe « de selle » du guidage des lames ne peut être appliqué ; dans ce
cas, il faut/ est possible d'opter pour le guidage des lames en plastique orange. ATTENTION : ceci n'est
applicable que pour les lames en plastique d'une hauteur de 35 mm.
En raison du principe « de selle » du guidage des lames en plastique, il n'est pas nécessaire d'utiliser
chaque trou de fixation dans le guidage en question. (Voir schéma 14A.)
www.cargofloor.nl
info@cargofloor.nl
© 2004 Cargo Floor B.V. Coevorden, Holland
Versie 01/27-09-2004
Blz. 31

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Cf3 lp- 11-215

Table des Matières