5.3.4
Reinigen van de motorpomp
1.
Zet de gashendel (A7) terug in de beginstand.
2.
Zet de schakelaar (A1) op "OFF".
De motorpomp valt stil.
3.
Koppel de slangen aan de zuigzijde en perszijde los en laat de vloeistof weglopen.
4.
Laat de motorpomp afkoelen op een geventileerde plaats (gevaar van brand en brandwonden).
5.
Tap de motorpomp en spoel deze daarna (cf. § Spoeling) indien zijn gebruik is beëindigd voor de dag.
6.1
Omstandigheden van vervoer en verplaatsing
Behandel het apparaat voorzichtig en zonder schokken en zorg ervoor dat de plaats waar het zal worden opgeslagen of gebruikt op
voorhand is klaargemaakt. Voor het vast installeren op een trailer of in een voertuig vooraf overleggen met een van onze erkende
agenten.
Voor elk transport van het apparaat alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen nemen:
1.
Zorg ervoor dat de gebruikte route vlak en berijdbaar is. Mocht het gebruik van een geaccidenteerde route onvermijdelijk
zijn, dan dient de brandstof voor aanvang van de reis worden afgetapt in een jerrycan.
2.
Controleer of alle bouten en moeren goed vastzitten, sluit de brandstofkraan (indien aanwezig) en koppel de startaccu (indien
aanwezig) los.
3.
Vervoer het apparaat te allen tijde in zijn normale gebruiksstand, leg het nooit op zijn kant. Zorg ervoor dat het materiaal niet
uit het voertuig kan vallen zonder er teveel druk op toe te leggen (gevaar op schade aan het materiaal).
6.2
Omstandigheden van de opslag
1.
Star het apparaat en laat het draaien tot het door brandstofgebrek stilvalt.
2.
Spoel de motorpomp door.
3.
Vervang de ontstekingsbougie (A12-E2) en giet daarna een koffielepel nieuwe motorolie in het bougiegat.
4.
Plaats een nieuwe ontstekingsbougie.
5.
Trek een paar keer aan de trekstarter (A9) om de olie te verdelen in de cilinder.
6.
Reinig het apparaat, maak het droog en dek het af met een beschermhoes.
7.
Sla het in de normale gebruikspositie op in een schone, droge en goed geventileerde ruimte.
Deze procedure voor de opslag of het overwinteren geldt voor het geval dat het apparaat maximaal 1 jaar niet wordt gebruikt. Als het
apparaat voor een langere periode wordt opgeslagen, adviseren wij contact op te nemen met de dichtstbijzijnde agent of om het
apparaat eens per jaar gedurende enkele uren te laten draaien en na afloop daarvan de opslagprocedure weer uit te voeren.
621_NL.docx
Hoofdstuk 6.
Transport en opslag van de motorpomp
50/110
2023-09-01