2.9
Gevaren tijdens het verplaatsen, het gebruik en onderhoudswerkzaamheden
Uit veiligheidsoverwegingen moeten alle werkzaamheden uitgevoerd worden door personeel dat over de benodigde
kwalificaties en het juiste gereedschap beschikt. Het onderhoud moet regelmatig en grondig gebeuren en er mogen
alleen originele onderdelen worden gebruikt. Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht.
Te nemen voorzorgen voor de behandeling van olieproducten (brandstof, olie, koelvloeistof):
GEVAAR
Te nemen voorzorgen voor de behandeling van accu's (indien aanwezig):
GEVAAR
3.1
Verklaring van de illustraties
De illustraties van de omslag tonen de verschillende onderdelen van het apparaat. De procedures van de handleiding verwijzen
naar deze onderdelen door middel van letters en cijfers: "A1" verwijst bijvoorbeeld naar onderdeel 1 in figuur A.
Motorcontact
Brandstofvuldop
Vuldop van de pomp
Pomphuis
Aftapplug van de pomp
Choke
Gashefboom
Brandstofontluchtingsbalg
3.2
Eerste ingebruikname
Bij de ontvangst en inbedrijfstelling van het apparaat:
1.
Controleer de goede staat van het materiaal en of alle elementen van de bestelling aanwezig zijn.
2.
Als het apparaat een transportbeugel heeft moet u deze verwijderen.
De transportbeugel is een metalen plaat onder de motor, dichtbij de aardingsklem. Deze is nuttig
bij het transport maar verhindert daarbuiten een optimaal gebruik van het apparaat (lawaai,
trillingen).
Voor het verwijderen: til het apparaat lichtjes op en plaats het op een steun en verwijder dan de
moer (1) en de beugel (2).
3.
Controleer het oliepeil en het brandstofpeil en vul deze bij, indien nodig.
4.
Sluit indien van toepassing de accu aan, te beginnen met de positieve klem.
Respecteer de polariteit van de accuklemmen bij het aansluiten van de accu: Een omwisseling kan de elektrische uitrusting ernstig
beschadigen.
Sommige apparaten hebben een inloopperiode nodig, neem contact op met de dichtstbijzijnde vertegenwoordiger voor meer
inlichtingen.
621_NL.docx
De vloeistoffen die in de apparaten worden gebruikt zijn gevaarlijke producten. Houd u aan de
plaatselijk geldende wetgeving betreffende de behandeling van olieproducten.
VERGIFTIGINGSGEVAAR
Niet inademen of inslikken, ieder langdurig of herhaald contact met de huid vermijden. Draag
persoonlijke beschermingsmiddelen voor alle werkzaamheden aan het apparaat (handschoenen,
schoenen, bril, aangepaste kleding). Wanneer olieproducten gedurende enkele uren worden
blootgesteld aan hogere temperaturen (bijvoorbeeld in een jerrycan of in een stroomaggregaat in een
voertuig dat is geparkeerd in de zon), kunnen er schadelijke dampen vrijkomen die kunnen leiden tot
vergiftiging of misselijkheid.
GEVAAR VAN BRAND OF EXPLOSIE
Vul met vloeistoffen als de motor koud is en het apparaat is gestopt. Tijdens het vullen met vloeistoffen
is het verboden om dichtbij te komen met een vlam of vonken te veroorzaken, te roken of te
telefoneren. Sluit na het vullen altijd zorgvuldig de dop. Veeg alle sporen van vloeistoffen weg met een
schone doek en wacht tot de dampen zijn verdwenen voordat u het apparaat start.
GEVAAR VAN VERGIFTIGING OF EXPLOSIE
Volg de voorschriften van de fabrikant van de accu. Gebruik uitsluitend geïsoleerde gereedschappen.
Kom niet dichtbij met een vlam of open vuur. Ventileer voldoende tijdens het opladen.
A1
Trekstarter
A2-C1
Brandstoffilter
A3
Luchtfilter
A4-B1
Ontstekingsbougie
A5
Uitlaatdemper
A6
Zuiging van de pomp
A7
Retourdruk van de pomp
A8
Hoofdstuk 3.
A9
Zuigkorf
A10-C2
Slangverbindingen
A11
Pijpklemmen
A12-E2
Deksel van het luchtfilter
A13
Grendel van het luchtfilterdeksel
B2
Filterelement
B3
Bougiekap
46/110
In gebruik nemen van de motorpomp
1
2
B4
B5
B6
D2
D1
D3
E1
2023-09-01