14. Verhelpen van storingen
Storing
De motor start niet bij ingedrukte
schakelaar.
De drukknoppen (6/7) zijn
geactiveerd. De motor maakt
lawaai. De last wordt echter niet
opgetild.
In stroomloze toestand houden de
remmen niet en de last valt/glijdt
lager/naar beneden.
De geluiden tijdens het gebruik
nemen toe.
66
Mogelijke oorzaak
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Kabels zijn beschadigd/
onderbroken.
De schakelaar is defect.
De condensator is defect.
Een eindschakelaar is niet gereset
of er is sprake van een storing.
De thermische beveiliging is
geactiveerd.
Een draad van de thermische
beveiliging is onderbroken.
De ter beschikking staande
spanning is te gering.
De condensator is beschadigd.
De rem is niet volledig geopend.
De spleet tussen trommel en
remschijf is te groot.
De remveer is gebroken.
De remtrommel is vast.
De remschijf is verontreinigd.
Onvoldoende smering.
Het tandwiel en de lagers zijn
versleten na langdurig gebruik.
Verkeerd geïnstalleerd, of gedeukt.
Oplossing
Steek de stekker in het stopcontact.
Controleer de kabel en de
stekker op beschadigingen of
losse verbindingen en sluit de
verbindingen indien nodig opnieuw
aan.
De schakelaar moet worden
vervangen of gerepareerd.
De condensator moet worden
vervangen.
Controleer de
eindschakelaar en vervang deze
indien nodig.
Wacht totdat het product is
afgekoeld.
Vervang de thermische beveiliging.
Werk met de juiste voeding.
Gebruik een stroomvoorziening met
de juiste parameters.
De condensator moet worden
vervangen.
Laat het product repareren door
een specialist.
Laat het product repareren door
een specialist.
Smeer het product overeenkomstig
de onderhoudsinstructies. Laat
tandwielen en lagers vervangen.
Controleer de installatie.