– Zorg ervoor dat de vulkleppen niet voor verschil-
lende koelmiddelen worden gebruikt. De slangen
moeten zo kort mogelijk zijn om de hoeveelheid
koelmiddel die zich in de slangen bevindt tot een
minimum te beperken.
– De koelmiddelflessen moeten verticaal blijven
staan.
– Zorg ervoor dat het koelmiddelcircuit geaard is
voordat u het bijvult.
– Het apparaat moet worden gemarkeerd (als het
nog niet is gemarkeerd) wanneer het vulproces is
voltooid.
– Let er vooral op dat u het apparaat niet te veel
vult.
Voordat het apparaat wordt gevuld, moet een druk-
test met stikstof worden uitgevoerd. De lektest kan
worden uitgevoerd op het gevulde apparaat, maar
moet worden uitgevoerd vóór de ingebruikname. Er
moet een laatste lektest worden uitgevoerd voordat u
de installatie verlaat.
Buitenbedrijfstelling
Voor de buitenbedrijfstelling is het met name
belangrijk dat de monteur bekend is met alle details
van de verwijderingsapparatuur. Het wordt aanbevo-
len alle koelmiddelen terug te winnen. Voordat het
koelmiddel wordt afgevoerd, moeten er monsters van
olie en koelmiddel worden genomen als het geschikt
moet worden gemaakt voor verder gebruik. Het is
belangrijk dat elektriciteit beschikbaar is waar de
werkzaamheden moeten worden uitgevoerd.
A. Maak uzelf vertrouwd met de apparaten en hun
functie.
B. Koppel het apparaat dat u wilt afvoeren los van de
netvoeding.
C. Controleer het volgende voordat u met de verwij-
deringsprocedure begint:
– er zijn mechanische hulpmiddelen beschikbaar
voor het vervoer van koelmiddelflessen, indien
nodig;
– er zijn persoonlijke beschermingsmiddelen
beschikbaar en deze worden op de juiste wijze
gebruikt;
– het afzuigproces wordt voortdurend gecontro-
leerd door een bevoegde persoon;
– het afvoerstation en de koelmiddelflessen vol-
doen aan de relevante richtlijnen.
D. Voer indien mogelijk een pump-down-cyclus uit.
E. Als er geen vacuüm kan worden bereikt, zuig dan
af via een verzamelleiding, zodat het koelmiddel
uit alle onderdelen van de installatie kan worden
verwijderd.
F. Zorg ervoor dat de koelmiddelfles op de weeg-
schaal staat voordat u begint met het afzuigen.
G. Schakel het verwijderingsapparaat in en volg de
specificaties van de fabrikant.
H. Zorg ervoor dat recyclingflessen niet te vol zijn
(nooit meer dan 80% van de vloeistofinhoud).
I. Overschrijd nooit de toegestane bedrijfsoverdruk
van de recyclingfles, zelfs niet gedurende korte
tijd.
J. Wanneer de recyclingflessen correct zijn gevuld
en het proces is voltooid, moet u ervoor zorgen
dat de flessen en apparatuur onmiddellijk uit de
installatie worden verwijderd en dat alle afsluit-
kleppen worden gesloten.
K. Teruggewonnen koelmiddel mag niet in andere
systemen worden gevuld voordat het is gereinigd
en geïnspecteerd.
Opschriften
Apparatuur moet worden gemarkeerd om aan te
geven dat deze buiten bedrijf is gesteld en dat het
koelmiddel is verwijderd. Dit label moet gedateerd en
ondertekend zijn. Er moet op worden toegezien dat er
op de apparaten een aanduiding van brandbare koel-
middelen aanwezig is.
Terugwinning
Als koelmiddel wordt afgezogen voor reparatie of bui-
tenbedrijfstelling, zorg er dan voor dat dit veilig
gebeurt.
Als koelmiddel in flessen wordt gevuld, zorg er dan
voor dat er alleen geschikte koelmiddelflessen wor-
den gebruikt. Er moet voor worden gezorgd dat er
voldoende koelmiddelflessen beschikbaar zijn voor
de vulhoeveelheid van de installatie. Alle gebruikte
koelmiddelflessen moeten bestemd zijn voor het af te
zuigen koelmiddel en als zodanig zijn gemarkeerd
(d.w.z. speciale recyclingflessen voor het terugwin-
nen van koelmiddel). De koelmiddelflessen moeten
een veiligheidsklep en vaste afsluitkleppen bevatten
en in goede staat verkeren. Lege recyclingflessen
zijn gasledig gemaakt en moeten indien mogelijk vóór
het afzuigproces worden gekoeld.
De verwijderingsapparatuur moet in goede staat ver-
keren en geschikt zijn voor het terugwinnen van
brandbare koelmiddelen. Instructies over de afzon-
derlijke stappen van de terugwinningsprocedure
moeten bij het apparaat worden gevoegd. Bovendien
moet er een gekalibreerde weegschaal beschikbaar
zijn, ook deze in goede staat. Slangen moeten voor-
zien zijn van lekvrije koppelingen en in goede staat
verkeren. Controleer voordat u het verwijderingsap-
paraat gebruikt of het in goede staat verkeert, of de
onderhoudsintervallen in acht zijn genomen en of de
bijbehorende elektrische apparaten zijn afgedicht om
ontsteking bij lekkage van koelmiddel te voorkomen.
In geval van twijfel moet de fabrikant worden geraad-
pleegd.
Het teruggewonnen koelmiddel moet in een
geschikte recyclingfles naar de leverancier worden
teruggestuurd. Koelmiddelen mogen in koelmiddelf-
lessen niet worden gemengd.
Als compressoren of compressorolie moeten worden
afgevoerd, zorg er dan voor dat deze tot een vol-
doende onderdruk gasledig zijn gemaakt om ervoor
te zorgen dat er geen brandbaar koelmiddel in de olie
aanwezig is. Voordat de compressor wordt geretour-
neerd aan de fabrikant, moet deze gasledig worden
gemaakt. Dit proces mag alleen worden versneld
door elektrische verwarming van het compressor-
huis. Als er olie uit een installatie wordt afgelaten,
moet dit met de nodige voorzichtigheid gebeuren.
Vervoer van apparatuur die brandbare
koelmiddelen bevat
Wordt bepaald door lokale voorschriften.
NL
105