• U mag bij het gebruik van het product geen risico´s nemen! Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving
is uitsluitend afhankelijk van uw verantwoord gebruik van het model.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet rondslingeren, dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
• Mocht u vragen hebben dien niet aan de hand van de gebruiksaanwijzing kunnen worden beantwoord,
kunt u contact met ons (zie contactinformatie hoofdstuk 1) of met een andere vakman opnemen.
b) Motor & brandstof
• Houd u aan de inloopvoorschriften voor de motor.
• Gebruik uitsluitend een geschikte modelbrandstof op basis van methanol/olie (met 5% tot 25% nitrome-
thaan en 16% synthetische olie). Gebruik nooit gewone benzine die voor echte voertuigen is bestemd
of daaruit bestaande mengsels! Gebruik ook nooit brandstof die bestemd is voor vliegmodellen; deze
bevat te weinig olie.
• Houd brandstof achter slot en grendel; bewaar deze zo, dat hij niet toegankelijk is voor kinderen. Sla
brandstof alleen op in een goed geventileerde ruimte. Bewaar alleen toegestane hoeveelheden.
• De brandstof is licht ontvlambaar, de brandstofdampen zijn zeer explosief! Rook nooit tijdens de om-
gang met brandstoffen (bv. bij het tanken). Houd open vuur en andere ontstekingsbronnen uit de buurt!
Explosie- resp. brandgevaar!
• Vermijd contact met de ogen, slijmvliezen en huid, gevaar voor uw gezondheid! Bij onpasselijkheid moet
onmiddellijk een arts worden geraadpleegd!
• De brandstof kan lak en rubber onderdelen aantasten en beschadigen.
• Mors nooit brandstof. Gebruik een speciale brandstoffles om het voertuig te tanken. Morsen van brand-
stof is niet alleen schadelijk voor het milieu, er bestaat bovendien explosie- en brandgevaar!
• Controleer vóór elk gebruik of de slangverbindingen en het deksel van de tank dicht zijn.
• Testritten en het rijden zelf zijn alleen toegestaan in de openlucht. Adem de brandstofdampen en uitlaat-
gassen niet in; deze zijn gevaarlijk voor de gezondheid!
• Als het rij-gebruik permanent wordt beëindigd, moet de in de tank van het model achtergebleven brand-
stof weggepompt worden.
• Transporteer het model uitsluitend met lege tank! Maak de tank ook leeg, als u het model meerdere
dagen niet laat rijden.
• Gebruik uitsluitend geschikte reservoirs voor het brandstoftransport.
• Lege brandstofreservoirs en brandstofresten horen bij het KCA.
• Houd rekening met alle informatie en veiligheidsinstructies van de brandstofproducent.
c) Rijmodus
• Controleer het voertuig voor en na elk gebruik op beschadigingen. Als u beschadigingen constateert,
verhelp deze eerst, voordat u het voertuig gebruikt.
Beschadigingen aan het voertuig kunnen een grote risico voor uzelf of ook andere personen/toeschou-
wers worden, bijv. als een niet meer soepel lopende besturing problemen veroorzaakt met de besturing
van het voertuig.
Vervang bovendien versleten banden tijdig door nieuwe.
127