3. Druk de PTO-knop in om de aandrijving van de
messen uit te schakelen. (Fig. 36)
4. Zet het maaidek in de transportstand.
5. Duw de gashendel naar de stand voor minimaal
toerental.
6. Laat de motor minimaal 1 minuut
stationair draaien tot de motor de normale
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
7. Draai de contactsleutel naar de stoppositie.
8. Haal de contactsleutel uit het contact als u niet
bij het product bent.
Een goed maairesultaat verkrijgen
•
Voor optimale prestaties adviseren wij u
het product te onderhouden volgens het
onderhoudsschema. Zie
pagina 155 .
•
Maai geen nat gras. Nat gras kan een slecht
maairesultaat opleveren.
•
Begin met een hoge maaihoogte en verlaag die
geleidelijk.
•
Gebruik volgas bij het grasmaaien.
•
Rijd het product met lage snelheid vooruit als het
gras hoog en dik is.
Inleiding
WAARSCHUWING:
u onderhoudswerkzaamheden gaat
uitvoeren, dient u het hoofdstuk over
veiligheid te lezen en hebben begrepen.
Onderhoudsschema
* = De instructies zijn niet opgenomen in deze
bedieningshandleiding.
Onderhoud
Controleer of het product be-
schadigd is.
Controleer of het maaidek be-
schadigd is.
Controleer op losse en ontbre-
kende onderdelen.
Controleer op brandstof- of
olielekkage van het product.
Controleer de bandenspanning.
Controleer het motoroliepeil.
2237 - 002 - 22.03.2024
Onderhoudsschema op
Onderhoud
Voordat
Dagelijks onder-
houd uitvoeren
Vóór
Na
*
*
*
*
X
O
•
Maai het gras in een onregelmatig patroon.
•
Als de mulchset wordt gebruikt, moet u vaker het
gras maaien.
•
Voor het beste maairesultaat maait u het gras
regelmatig.
Een 3-punts draai uitvoeren
Een juiste draai voorkomt schade aan het gazon. U
dient te draaien terwijl u naar voren of naar achteren
rijdt. Draai niet in een kleine cirkel terwijl de wielen
niet bewegen.
1. Maai een rij gras.
2. Maak een kleine bocht (A) in de richting van het
ongemaaide grasoppervlak. (Fig. 48)
3. Trek de 2 besturingshendels in de stand voor
achteruitrijden en rijd achteruit met het product
(B).
4. Duw de besturingshendels naar voren. Om een
kleine bocht (C) te maken, trekt u harder aan de
besturingshendel die in de richting staat van de
rij die u eerder hebt gemaaid.
5. Duw de 2 besturingshendels naar voren om de
volgende rij te maaien.
X = De instructies zijn opgenomen in deze
gebruikershandleiding.
O = Raadpleeg de motorhandleiding voor instructies.
Onderhoudsschema voor de gebruiker
Voer minimaal
Onderhoudsinterval in uren
1 keer per jaar
onderhoud uit
50
100
200
250
300
500
155