VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4.10
Gedwongen ontdooiing
De warmtepomp moet ingesteld zijn op 40°C om deze procedure te laten werken.
Stel de warmtepomp in verwarmingsmodus in op 40 ° C en gebruik vervolgens de pijlen
om ontdooiing te forceren :
pijlen afwisselen, te beginnen met de bovenste.
Opmerking: Als de warmtepomp in de koelmodus staat en de temperatuur is ingesteld op 20°C,
start deze procedure de terugwinning van koelmiddel.
4.11
Foutweergave
Wanneer de systeemfout optreedt, geeft het weergavepaneel de foutcode weer.
Wanneer er meerdere fouten optreden, wordt elke foutcode cyclisch gedurende 8 seconden
weergegeven en knippert de foutcode niet.
Raadpleeg het tabelhoofdstuk "8.3 Storingen en defecten", page 252 voor meer details over
fouten.
232 | NL
4. GEBRUIK
>
>
>
>
>
, of 6 persen die de twee
en