Publicité
VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4.9
Instelling
Wanneer de warmtepomp is uitgeschakeld, drukt u gedurende 3 seconden op
de instellingeninterface te openen.
De parametercode verschijnt en de waarde wordt na 3 seconden weergegeven.
Gebruik de pijlen
Een parameter wijzigen :
Geef de parameter weer die u wilt wijzigen en druk vervolgens op
De parameterwaarde begint te knipperen.
Gebruik de pijlen
Druk op de
om de ingevoerde waarde te bevestigen.
Druk op de
om terug te keren naar de hoofdinterface.
Lijst van gebruikersparameters
Code
Geheugen voor uitschakelen
C1
Compensatie-instellingen koeler
C3
in- en uitlaatwatertemperatuur
Werking verwarmingsrelais
C4
Omgevingstemperatuur voor
C5
verwarmingsstart
Water temperatuurverschil voor
C6
herstarten verwarming
Verschil watertemperatuur voor
C7
herstart verwarming in handmatige
modus
Werking circulatiepomp relais
C8
Tijdsinterval voor temperatuur-
C9
controles
Verschil watertemperatuur voor
C10
herstart in verwarmingsmodus
Verschil watertemperatuur voor
C11
uitschakeling in verwarmingsmodus
Water temperatuurverschil voor
C12
herstart in koelmodus
Water
temperatuurverschil
C13
uitschakeling in koelmodus
Selectie droog contact functie
C14
4. GEBRUIK
en
om tussen de verschillende parameters te navigeren.
en
om de waarde te wijzigen.
Aanwijzing
voor
Waarden
1:On ; 0:Off
-4°C~0°C
0 : Uit
1: Automatisch
2 : Manuel
-25°C~20°C
1°C~5°C
1°C~5°C
0 : Uit
1: Automatisch
2 : Manuel
30~90min
0°C~10°C
0°C~10°C
0°C~10°C
0°C~10°C
0 : Uit
1 : DOMOSWITCH
mode
en
om
.
Standaardwaarde
1 / on
0°C
0 : Uit
5°C
5°C
2°C
0 : Uit
60min
2°C
2°C
2°C
2°C
1 / on
NL | 231
Publicité
