Publicité
VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4.4
Overzicht van andere functies
De indicatoren rechts op het bedieningspaneel geven de andere functies van de warmtepomp
aan.
WiFi-indicator
Het toont de status van uw Wi-Fi verbinding.
Het knippert tijdens het koppelen (zie "4.7 Wifi verbinding", page 230). Hij blijft branden
wanneer de verbinding tot stand is gebracht. De eerste keer dat hij wordt ingeschakeld,
knippert de Wifi-LED snel.
Circulatiepomp indicator
Het brandt wanneer de circulatiepomp actief is:
1. Uitgeschakelde modus: uit,
2. Automatische modus: altijd aan als deze is ingeschakeld, uit als deze is uitgeschakeld,
3. Handmatige modus: knipperen als deze is ingeschakeld, uit als deze is uitgeschakeld.
Controlelampje indicator
Het RECH-lampje brandt wanneer de verwarming actief is:
1. Uitgeschakelde modus: uit,
2. Automatische modus: altijd aan als deze is ingeschakeld, uit als deze is uitgeschakeld,
3. Handmatige modus: knipperen als deze is ingeschakeld, uit als deze is uitgeschakeld.
4.3
Keuze van de bedrijfsmodus van de warmtepomp
De warmtepomp staat standaard in de verwarmingsmodus.
Om de gebruiksmodus te wijzigen wanneer de warmtepomp AAN is:
• Druk op de knop
• Druk nogmaals op de knop
• Durk nogmaals op de knop
De verschillende modi vormen dus een cyclus:
Nuttige informatie:
Het kan enkele minuten duren voordat de warmtepomp van bedrijfsmodus verandert om de
koelmiddelcirculatie in stand te houden.
De maximale insteltemperatuur is 40°C.
4.5
Temperatuurinstelling
Gebruik de
en
verwarming is 15-40°C (standaard 38°C). Het instelbereik voor koelen is 4-35°C (standaard
32°C). Het automatische instelbereik is 4-40°C (standaard 35°C).
4. GEBRUIK
, de warmtepomp schakelt dan over op koelen.
, de warmtepomp schakelt dan over op automatisch.
, de warmtepomp schakelt dan over op verwarmen.
pijltjes om de ingestelde temperatuur te wijzigen. Het instelbereik voor
NL | 229
Publicité
