NL
weergeeft.
Aanwijzingen m.b.t. de meting van de polsfrequentie
U kunt uw polsfrequentie maar met één type meting tegelijkertijd meten
(oorclip of handpolssensoren of Cardio Pols Set).
De berekening van de polsfrequentie begint, indien het hart op het dis-
play in de maat met uw polsfrequentie knippert.
Met oorclip
De polsfrequentiesensor werkt met infraroodlicht en meet de veranderin-
gen van de lichtdoorlaatbaarheid van uw huid, die door uw polsfrequen-
tie veroorzaakt worden. Voordat u de polsfrequentiesensor aan uw oor-
lelletje klemt, dient u deze 10 keer goed tussen duim en wijsvinger te wri-
jven om de doorbloeding te verhogen.
Vermijdt u storingsimpulsen.
• Bevestigt u de oorclip zorgvuldig aan uw oorlelletje en zoekt u het gun-
stigste punt voor de registratie (het hartsymbool knippert zonder onder-
breking).
• Traint u niet direct onder sterke lichtbronnen, zoals bijv. neonlicht, ha-
logeenlicht, spotlights of zonlicht.
• Sluit u heftige trillingen en het heen en weer bewegen van de oorsen-
sor inclusief het kabel volkomen uit. Maakt u het kabel altijd met de ka-
belklem aan uw kleding of beter nog aan een zweetband voor het ho-
ofd vast.
Met handpolssensoren
Een door de contractie van het hart gegenereerde minimale spanning
wordt door de handsensoren geregistreerd en door de elektronica vast-
gelegd
• Houdt u de contactvlakken altijd met beide handen vast.
• Vermijdt u het steeds weer loslaten van de contactvlakken.
• Houdt u uw handen rustig op de plaats en vermijdt u knijpbewegingen
en wrijven op de contactvlakken.
Met de Cardio Puls Set
Neemt u hiervoor de betreffende gebruiksaanwijzing in acht.
Storingen bij de weergave van de polsfrequentie
Indien er toch problemen m.b.t. de registratie van de polsfrequentie ont-
staan, dient u nogmaals de hierboven beschreven punten te herhalen.
Storingen bij de trainingscomputer
Indien zich de elektronica merkwaardig of gestoord gedraagt, bedient u
dan de Reset-toets.
Aanwijzingen m.b.t. de interface
Aanwijzingen bij de interface
De bij uw vakhandelaar verkrijgbare trainingssoftware "Ergo Konzept",
art.nr. 7926-000, maakt de besturing met een normale PC via deze in-
terface mogelijk.
Op onze homepage www.kettler.net vindt u binnenkort aanwijzingen
over de verdere mogelijkheden met de interface.
Onder punt F.A.Q. (vaak gestelde vragen) vindt u informatie over het
thema de "elektronica" van onze producten.
10
Trainingshandleiding
Crosstraining is een zeer effectieve training voor het hele lichaam, die
alle grote spiergroepen aanspreekt en tegelijkertijd op een ideale manier
het hart en de bloedsomloop traint en de vetstofverbranding bevordert.
De innovatieve elliptische beweging van de treevlakken verstevigt vooral
gewrichtontziend de been- en bilspieren, de aan het benenwerk gekop-
pelde bovenlichaamtraining belast vooral de arm-, schouder-, borst- en
rugspieren.
Voor u met de training begint, dient u volgende aanwijzingen zorgvul-
dig door te lezen!
Belangrijke aanwijzingen:
Laat u voor begin van een fitnesstraining door een huisarts adviseren of
raining met de crosstrainer voor uw gezondheid toelaatbaar is. Het me-
disch advies dient als basis voor de opbouw van uw trainingsprogram-
ma.
De bovengenoemde en volgende trainingsaanwijzingen worden geadvi-
seerd voor personen die gezond zijn aan hart en bloedsomloop.
Trainingsaanwijzingen
De training met de crosstrainer dient methodisch volgens de beginselen
van een duurtraining te gebeuren. Door de duurtraining worden vooral
28
All manuals and user guides at all-guides.com
wijzigingen en aanpassingen aan het hart en de bloedsomloop teweeg-
gebracht. Hiertoe behoren het dalen van de polsslag in rust en de pols-
slag bij belasting. Daardoor heeft het hart meer tijd voor het vullen van
de hartkamers en de doorbloeding van het hartspieren (door de krans-
slagaders). Verder neemt de ademdiepte en hoeveelheid lucht die ingea-
demd kan worden (vitaalcapaciteit) toe. Verdere positieve veranderin-
gen vinden in het stofwisselingssysteem plaats. Om deze positieve ve-
randeringen te bereiken, dient men de training volgens bepaalde richtlij-
nen te plannen.
Planning en sturen van uw crosstraining
De basis voor de planning van de training is uw actuele lichamelijke
prestatievermogen. Met een belastingstest kan uw huisarts het persoonli-
jke prestatievermogen vaststellen, die de basis voor uw trainingsplan-
ning vormt. Heeft u geen belastingstest laten uitvoeren, dient u te allen ti-
jde hoge trainingsbelasting resp. overbelasting te vermijden. Volgende
basisregel dient u voor uw planning te onthouden: duurtraining wordt
zowel via de belastingsomvang als ook via de belastingshoogte/-intensi-
teit gestuurd.
M.b.t. de belastingsintensiteit
De belastingsintensiteit wordt bij crosstraining bij voorkeur via de pols-
slagfrequentie van uw hart gecontroleerd. De maximale hartslagfrequen-
tie per minuut – 220 min leeftijd – mag niet overschreden worden. De
optimale trainingspolsslag wordt door leeftijd en trainingsdoel bepaald
(vergelijk ook 4.4.3. Polsslagzones / trainingsdoelen).
Trainingsdoel: vetverbranding/gewichtsafname
De optimale polsslagfrequentie wordt volgens de vuistregel (220-leeftijd)
x 0,65 berekend.
Aanwijzing: de vetverbranding voor het beschikbaar stellen van energie
wordt pas na een trainingsduur van 30 minuten belangrijk.
Trainingsdoel cardio-fitness:
De optimale polsslagfrequentie wordt volgens de vuistregel (220 – leefti-
jd) x 0,75 berekend.
Daarbij bestaat de mogelijkheid, de factoren in het bereik 0,40 – 0,90
manueel te bepalen.
De intensiteit wordt bij de training met de crosstrainer via de prestatiere-
geling van 25-400g Watt met de +/- toetsen geprogrammeerd. Vermijd
als beginner een training met te hoge prestatie-instellingen, omdat hier-
bij snel de aanbevolen polsslagfrequentie overschreden kan worden.
Begin met een lage prestatie-instelling en ga stap voor stap naar uw op-
timale trainingspolsslag. Controleer tijdens de crosstraining regelmatig
of u in uw bereik volgens bovengenoemde aanwijzingen traint.
Belastingsomvang
Beginners dienen de belastingsomvang van hun training geleidelijk aan te
verhogen. De eerste trainingen dienen relatief kort te zijn met intervallen.
Volgens de sportgeneeskunde zijn de volgende belastingsfactoren gun-
stig:
Beginners kunnen beter niet met trainingseenheden van 30-60 minuten begin-
nen. De beginnerstraining kan er in de eerste 4 weken als volgt uitzien:
Trainingsfrequentie
dagelijks
2-3 x per week
1-2 x per week
Trainingsduur
a. 10 min.
20-30 min.
30-60 min.