Télécharger Imprimer la page

Evolution F210SMS Instructions Originales page 130

Publicité

45° schuine stop afstelling
• Maak de vergrendelingshendel voor schuin zagen
los en beweeg de zaagkop helemaal naar links
totdat het tegen de 45° stop rust.
• Gebruik een instelvierkant om te zien of het op
45 graden ten overstaan van de draaitafel staat
(vermijd de TCT-tips).
• Indien het zaagblad niet exact uitgelijnd is, zal
afstelling van de uitlijning noodzakelijk zijn.
• Breng de zaagkop terug
naar zijn hoogste stand.
• Maak de borgmoer op de afstelschroef 45°
afschuining los.
• Gebruik een zeshoekige sleutel om de
afstelschroef naar binnen en naar buiten te
draaien, zoals vereist. (Afb. 26)
• Kantel de zaagkop terug naar de instelling 45°
en controleer de hoekuitlijning opnieuw met de
instelhoek.
• Herhaal de bovenstaande stappen totdat de
correcte hoekuitlijning bereikt is.
• Draai de borgmoer van de afstelschroef stevig aan
wanneer uitlijning bereikt is.
DE DIEPTESTOP (Afb. 27a)
Gebruik van de dieptestop geeft de bediener de
mogelijkheid om gleuven in het werkstuk te zagen.
De neerwaartse beweging van de zaagkop kan
worden begrensd zodat het zaagblad niet volledig
door het werkstuk zaagt.
Opmerking: Bij het gebruik van de dieptestop is
het aanbevolen om de diepte te controleren met
gebruik van een stukje afvalhout om te verzekeren
dat de gleufsnede correct is.
Door een snede in het werkstuk te maken en
vervolgens de snede te herhalen nadat het
werkstuk iets naar links of rechts verplaatst is, is het
mogelijk om sleuven te zagen.
Om de dieptestop te gebruiken:
• Plaats de 'stopplaat' van de dieptestop
(Afb. 27a) door deze vanuit de opslagplaats langs
de machine naar voren te draaien, ongeveer 150
graden, naar de servicestand.
• Draai de kartelmoer los. (Afb. 27b)
• Pas de duimknop (Afb. 27c) aan om de beweging
van de zaagknop tot de gewenste diepte te
beperken.
www.evolutionpowertools.com
• Eenmaal ingesteld op de gewenste diepte,
draait u de kartelmoer (Afb. 27b) aan tegen de
beugel om de dieptestop te vergrendelen en te
verzekeren dat er geen beweging is.
• Wanneer u klaar bent met zagen, stelt u de
dieptestop opnieuw in of brengt u de 'stopplaat'
terug naar de opslagplaats.
• Controleer of het zaagmechanisme in laagste
stand vergrendeld kan worden met de borgpen
van de kop.
HET SCHUIVENDE BOVENGELEIDERGEDEELTE
(Afb. 28)
De linkerkant van de geleider van de machine
heeft een instelbaar bovengedeelte. Dit gedeelte
kan maximaal ongeveer 100 mm naar links
schuiven.
Opmerking: Om te voorkomen dat het bovenste
schuifgedeelte volledig wordt verwijderd (en
zo mogelijk verloren gaat), is het bovenste
schuifgedeelte 'vastgezet' op de onderste geleider.
Aanpassing kan nodig zijn wanneer een bepaalde
scherpe afschuining of bepaalde samengestelde
hoeken worden geselecteerd om ruimte te bieden
voor de bewegende zaagkop en het blad wanneer
een snede wordt gemaakt.
Voor het aanpassen van de geleider:
• Maak de duimschroef los. (Afb. 29)
• Schuif het bovengedeelte van de geleider
naar links naar de gewenste stand en draai de
duimschroef opnieuw aan.
• Controleer, met de stroom uit, dat er geen
interferentie tussen bewegende onderdelen
plaatsvindt bij het omlaag brengen van de
zaagkop en het blad voor een schuifsnede.
UITLIJNEN VAN DE MACHINEGELEIDER
De geleider moet worden uitgelijnd op 90°
(loodrecht) ten opzichte van een correct
geïnstalleerd zaagblad. De draaiende tafel moet
worden ingesteld op de verstekhoek van '0°' .
De geleider wordt op de tafel bevestigd met
drie (3) inbusschroeven (Afb. 30), één (1) aan de
linkerzijde en twee (2) aan de rechterzijde. Alle
drie (3) zijn bereikbaar door langwerpige sleuven
die in het geleiderhuis zijn bewerkt.
• Verzeker dat de zaagkop zich in de vergrendelde
130

Publicité

loading