Bedrijfsmodi van de balancer
Balancen in enkele modus
(de statusindicatie licht regelmatig kort op, één keer per seconde)
Dit betekent het gelijk maken van de celspanningen zonder verbinding met het laadapparaat.
Daarbij herkent de balancer cellen met een afwijkende spanning, en maakt hij deze gelijk door ze gericht te
ontladen. (Dit wordt aangegeven door de betrokken LED) Als het spanningsverschil met de cel met de laag-
ste spanning groot is, dan blijft de LED branden, terwijl hij als de doelspanning nadert begint te knipperen.
Als er geen verbinding wordt gemaakt met de lader, dan wordt de balancer na het beëindigen van het gelijk
maken van de spanningen uitgeschakeld, wat wordt aangegeven doordat de status-LED driemaal knippert om
de seconden.
Als de spanningen of de capaciteit van de cellen te sterk van elkaar afwijken, dan
is het gelijk maken van de spanningen niet mogelijk.
Om veiligheidsredenen worden de cellen niet verder ontladen dan 3,0V. Indien een cel terugvalt tot 2,7V
dan wordt de gebruiker nog 15s lang gevraagd het laadproces te starten (stitusindicatie knippert vijf keer
per seconde). Als dit niet gebeurt wordt het proces afgebroken, en schakelt de balancer zich uit. Op
deze manier wordt schade aan de accu door te diepe ontlading voorkomen. Als dit gebeurt moet de accu
zo snel mogelijk terug worden opgeladen.
Laadproces met balanceren
(de statusindicatie licht doorlopend op)
De balancer wordt in deze modus samen met een Li-Po laasapparaat gebruikt, en vormt de verbinding
tussen het laadapparaat en de akkupack. („Verbinden-modus")
Het overgaan naar de enkele modus naar deze bedrijfswijze gebeurt door eenmalig indrukken en daar-
op loslaten van de toets „POWER ON / MODE". Door deze toets nogmaals in te drukken kan de verbin-
ding terug worden verbroken, en wordt teruggekeerd naar de nekele modus.
Vermijd meerdere keren binnen korte tijd de verbinding met de lader te maken en
terug te verbreken: dit kan leiden tot schade aan het laadapparaat.
Na het maken van de verbinding kan het laadproces op het laadapparaat worden gestart. Ook nu gaat
de balancer de celspanningen terug aan elkaar aanpassen.
Als de spanning van een cel, bijvoorbeeld door de keuze van een verkeerd aantal cellen, groter wordt
dan 4,22V wordt de verbinding met de lader onderbroken. Pas nadat alle cellen terug benden deze
waarde liggen en gelijk gemakt zijn, wordt de verbinding automatisch terug gemaakt. Afhankelijk van het
laadapparaat kan het noodzakelijk zijn het laadproces opnieuw te starten.
Als het laadproces afgesloten is (indicatie op het laadapparaat) kan de balancer met de toets „POWER
ON / MODE" opnieuw van de lader worden losgekoppeld. In de status „Verbonden" kan de balancer niet
overschakelen naar de standby-modus. Als alle spanningsverschillen tussen de cellen al weggeregeld
zijn, dan gaat de balancer na drie keer knipperen van de statusindicatie naar de standby-modus. Anders
gaat het gelijk maken in enkele modus door.
45